Pagina:TDKGM 01.133 (4) Koleksi dari Perpustakaan Museum Tamansiswa Dewantara Kirti Griya.pdf/3

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

V Er is geen sterker band dan die der innerlijke wet, en die wel kan dus worden uitgesproken: wees u zelf, maar uw waarachtig zelf, het is sociaal, het verruimt zich tot het ik van de gemeenschap.

VI Er moet worden bijgebracht een zeker kwantum kennis; maar, waar hij zorgt voor die kennis, maakt hij tevens dienstbaar aan het hoogere, het allerhoogste, en dat is de geestelijke opbouw van den hem toevertrouwden pupil.

VII De pupil moet vóór alles leeren ploegen en zaaien, en het gezaaide onderhouden en het vervolgens oogsten. (Dit wat betreft: landbouw-onderwijs en tuinieren.)

VIII De cursus, die een periode van dertien jaren vult, splitst zich in drieën, naarmate er de leerstof wisselt: