-5-
het personeel mogen derhalve niet te hooge eischen worden gesteld; de gebouwen mogen niet worden beoordeeld naar volgens de bij het Gouvernement geldende normen.
Wat de beoordeeling van politieke gedragingen der aanvragers of houders van een vergunning betreft, moge ernstige aandacht worden gevraagd voor het onderscheid tusschen cultureel en politiek nationalisme alsook voor den herhaaldelijk door de Regeering uitgesproken wensch, de deelneming aan het staatkundig en maatschappelijk leven dezer gewesten niet te belemmeren, tenzij en voorzoover zulks in het belang van rust en orde noodzakelijk wordt geacht. Hieruit volgt, dat een zoodanige beoordeeling met tact en gematigdheid dient te geschieden.
Bij de beoordeeling van de gebouwen en hunne inrichting alsmede van de leermiddelen, is het gewenscht zich er rekenschap van te geven, dat deze bij Inheemsche scholen niet aan Westersche opvattingen behoeven te beantwoorden. Mits de uitrusting voldoende solide en hygienisch blijke, kan deze geheel in Inheemschen trant worden gehouden, en zoowel aan de beginselen waarop het onderwijs is gebaseerd als aan het milieu waaruit de leerlingen voortkomen, aangepast zijn.
Uit het vorenstaande volgt, dat de aan het onderwijzend personeel te verleenen vergunning geen verklaring van geschiktheid is, die in de plaats zou kunnen treden van een diploma. De verleening van een vergunning (die te allen tijde intrekbaar is) beteekent niet, dat