10.
No. A 15/1/13
Bijlage: 8.
Batavia-Centrum, 23 Juni 1937.
Bovenstaand schrijven - aan de afdoenlng waarvan werd herinnerd bij brieven van den 1en Gouvernements Secretaris van 7 en 16 j.l. Nos. 1266/A en 1338/A - is door mijn tusschenkomst ingediend " met het oog op de aanraking, welke het Departement van Justitie wellicht reeds eerder met de betrokken organisatie heeft gehad en ook in verband met het aangevoerde vraagstuk van de zelfstandigheid van de afdeelingen der Taman Siswa."
Mijn Departement heeft nog niet eerder den bouw van de Taman-Siswa-organisatie in beschouwing behoeven te nemen. Eenige vroegere beslissing omtrent haar rechtskarakter is mij dan ook niet bekend, behoudens die van mijn ambtgenoot van Financiën zelf betrekking hebbende op de onderwerpelijke aangelegenheid, t.w. den brief van den heer de Bruyn Kops aan den Gouverneur van Jogjakarta van 23 Juni a.p. No.L.B 1/21/23, waarin werd ingestemd met het standpunt van den vorigen Directeur van Onderwijs en Eeredienst, dat van de inkomsten van de onderwijzers van Taman Siswa geen loonbelasting behoort te worden geheven.
Waar de vraag, of deze beslissing de juiste is in hoofdzaak van technisch-fiscalen aard, en dan ook niet aan mijn oordeel wordt onderworpen meen ik er mij van te mogen onthouden hieromtrent in beschouwing te treden. Slechts moge worden opgemerkt, dat het beoog in bovenstaanden brief mij wel juist schijnt en dat op pagina 8 als argument vóór
het
