2.
zou volgens de aangehaalde aanschrljving mogelijk wel als werkgever kunnen worden aangemerkt hetgeen echter in 1935 nlet tot heffing van loonbelasting kon leiden in verband met het feit dat de ordonnantie nog niet van toepassing was op zelfbestuursonderhoorlge werkgevers.
Nadat bij artikel 1 van de ordonnantie van 30 December 1935 (Staatsblad 1935 No.627) de ordonnantie op de loonbelasting van toepassing was verklaard ten aanzien van de Vorsten, de Zelfbesturen en de Zelfbestuursonderhoorigen in de Gouvernementen Soerakarta en Jogjakarta, werd evengenoemde vraag opnieuw aan de orde gesteld door den algemeenen leider der vereeniging Taman Siswa (Ki Hadjar Dewantara) in zijn tot den Gouverneur van laatstgenoemd Gewest gerichte, hierbij in afschrift aangeboden schrijven van 31 Januari 1936 Ag.No. Db.-3 (bijlage 2).
In genoemd schrijven betoogt Ki Hadjar Dewantara, dat tusschen deze vereeniging en hare leerkrachten niet de verhouding werkgever - werknemer bestaat en dus ook van geen loon sprake is, daar de Taman-Siswa-organisatie een coöperatief karakter zou dragen, de leerkrachten als leden der organisatie (door Ki Hadjar Dewantara aangeduid als "Het Groot en Heilig Gezin") medezeggenschap zouden hebben en zelf gemeenschappelijk zouden beslissen omtrent de verdeeling van de inkomsten der vereeniging (de schoolgelden).
De Heer Bijleveld verklaarde in zijn schrijven van 12 Maart 1936 No.90/4/S (doordruk als bijlage 3 hierbij aangeboden) te betwijfelen, of de door den leider der vereeniging geschetste verhouding tusschen haar en de onderwijzers wel met de werkelijkheid overeenkomt.
Daar