4.
No. L.B. 1/21/23 ter kennls van den Gouverneur van Jogjakarta gebracht met de aanteekenlng, dat met het daarin uiteengezette standpunt kon worden ingestemd.
De in hoofde dezes vermelde opdracht heeft aanleiding gegeven de constructle en gestie van de Taman Siswa aan de hand van een door het Kantoor voor de Volkslectuur vervaardlgde vertaling (bijlage 7) van de Peratoeran Taman Siswa zelfstandig in beschouwing te nemen. Het nadere onderzoek heeft de juistheid van het inzicht van den Adviseur voor Inlandsche Zaken, dat de onderwijzers van de Taman Siswa niet als werknemer in den zin van artikel 2 letter a of c der ordonnantie op de loonbelasting zouden kunnen worden aangemerkt, niet bevestigd.
Ter ondersteuning van deze mijne meening moge hier allereerst een beknopte schets van organisatie en werking der Taman Siswa volgen.
Blijkens de bepalingen onder B Algemeen Reglement II (pagina 3 v.v.) berust de hoogste macht bij de Groote vergadering en is het hoogste bestuursorgaan de Hooge Raad (Madjelis Loehoer). In bedoelde vergadering hebben de afdeelingsafgevaardigden of hun erkende vertegenwoordigers zitting (II, a), terwijl de Hooge Raad, die de Groote Vergadering in alles vertegenwoordigt door die vergadering wordt verkozen uit de gewone leden, te weten de onderwijzers èn leden-leiders-colleges (II A, a), onder welke colleges met name zijn te verstaan de Taman Siswa of Institutie raden, die de leiding van de afdeelingen hebben (III), waarin ook de onderwijzers stem hebben.
De
