Dr.G.S.S.J. Ratu Langie
Goentoerlaan 10
Bandoeng.
Bandoeng, 5 November 1937
Strict persoonlijk en vertrouwelijk.
Amice,
Gaarne verzoek ik Uwe aandacht, en zoo mogelijk belangstelling voor het volgende.
Aangenomen kan worden, dat Indonesia de eerste bewuste stappen deed in het mede optrekken in de Reveille van het Oosten, omstreeks het begin van deze eeuw. Thans is er reeds de leeftijd van een menschengeneratie over dit tjjdstip heengegaan, maar wij verkeeren in de gelukkige omstandigheid, dat de stichters en grondleggers van het Algemeene Nationale Ontwaken nog allen in leven zijn. Menschelijkerwijs gerekend, zal dit over eenige jaren niet meer het geval zijn.
Het is evenwel van groot belang voor de denkers en leiders der komende generaties, om te weten, wat hun voorgangers gedacht, gedaan en verwacht hadden, niet zooals anderen hun woorden en daden interpreteeren, maar zooals die door hen zelf zijn geformuleerd bij den aanvang, en zooals zij die nu zien na de opgedane ervaringen. Dat er ook bladzijden zullen zijn, die teleurstelling en deceptie ademen, spreekt van zelf, maar ook de denkfouten en de politieke misrekeningen in het verleden zijn uitermate instructief voor de geestelijke leiders der toekomst. Nederlaag en ontgoocheling zijn misschien zelfs leerzamer voor individu en gemeenschap dan tijden van glorie en overwinning.
Doel van dit schrijven is Uwe medewerking te verzoeken voor de uitgifte van een standaardwerk over de stroomingen in het Indonesië van de 20ste eeuw, volgens het schema, dat ik de vrijheid neem hierbij in te sluiten. Met medewerking bedoel ik de geestelijke en de moreele; de financieringszijde der questie meen ik wel te kunnen oplossen.
Wat de text der bijdragen betreft, verzoek ik het voorrecht te mogen hebben ten allen tijde met U hierover in overleg te mogen treden. Hierbij teeken ik aan, dat de essentieele gedachten zelf en de denkrichting door mij niet beinvloed zal worden. Op deze conditie aanvaard ik persoonlijk de volle verantwoordelijkheid voor het geheel.
De omvang van het werk heb ik mij zoo gedacht, dat ieder hoofdstuk tenminste 75 en ten hoogste 100 bladzijden druk zal omvatten, zoodat het heele werk ± 1000 bladzijden zal zijn. Om technische redenen zal het werk in ± 12 elkander opvolgende afleveringen uitgegeven moeten worden.
Ter verhooging van de aantrekkelijkheid moet het werk geillustreerd worden; ter verkrijging der origineele foto's vraag ik tevens Uwe medewerking.
Het werk moet een basiswerk worden voor de groei der nationale ideologie van Indonesië en als zoodanig zal het wetenschappelijk-objectief moeten zijn. Dat daarbij de subjectief-nationale visie de grondtoon zal zijn en dat deze wel tot