Voor den lande
Vrij van zegel.
In den jare negentien honderd dertien den negentienden Augustus, ten verzoeke van den Resident der Preanger Regentschappen, R.O.
heb ik Ferdinand Emil Ernst von Schuler, deurwaarder van den Landraad te Bandoeng, wonende aldaar,
aan
R.M.Soewardi Soerjaningrat, wonende te Bandoeng, mijn exploit doende ter zijner tijdelijke verblijfplaats te Bandoeng, zijnde 's Lands gevangenis aldaar en sprekende met hem in persoon,
BETEEKEND
en hierbij afschrift gelaten van een extract uit het Register der Besluiten van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië dd. 18 Augustus 1913, Nr. 2/a, waarbij is goed gevonden en verstaan in overeenstemming met den Raad van Nederlandsch Indië, krachtens artikel 47 van het Reglement op het beleid der Regeering van Nederlandsch Indië in het belang van de openbare rust en orde van den gesignifieerde het eiland Banka tot verblijf aan te wijzen, met bepaling, dat hem, gerekend van af den dag waarop hem de genomen beschikking zal zijn beteekend, een termijn van dertig dagen wordt gelaten tot het stellen van orde op zijn zaken,
onder aanmaning
om binnen den even genoemden termijn van dertig dagen, gerekend van af heden, de noodige orde te stellen op zijn zaken. Geschiedende deze betekeening met aanmaning ten narichte van den gesignifieerde opdat hij daarvan niet onkundig zoude zijn.
Afschrift van dit exploit benevens van voormeld extract uit het boven genoemd register van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië heb ik, deurwaarder der geinsinueerde gelaten, mijn exploit doende en sprekende als boven is gezegd.
De Deurwaarder van den Landraad te Bandoeng
(nog handgeschreven tekst:)
n.v.g van Schuler
Voor afschrift
De Deurwaarder ...
(handtekening)
De kosten zijn F 2.40