Pagina:Timm010zeer01 01 (1).pdf/14

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

III

De Kruisweg.


Het is stil in het Begijnhof na den noen.

's Morgens hebben de menschen en de begijnen hunne boodschappen gedaan, naar de markt en naar de winkeliers.

Nu zit alles binnen, en de heete zon schijnt op de toeë deuren.

Er zit een kraai op den koperen haan van den toren, en op de bleeke, propere kasseitjes dansen er musschen.

De hovekens, die voor de huizen liggen, staan vol boerenbloemen, en als er de geweldige zon op stralen komt, krijgt men het water in de oogen. 't Zijn vlieren die daar staan, violetten, mastouchen, pioenen, zonnebloemen, sterk en vinnig en krikkel van kleur.

Symforosa vindt dit uur een schoon uur om den kruisweg te doen. De kruisweg zijn schilderijtjes die elk onder een schalieën daksken, hier en daar aan de muren der huizen of aan die der kerk gespijkerd zijn.

 

14