Pagina:Timm010zeer01 01 (1).pdf/28

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

V.

Het Afscheid.

Het regent zoetjes op de daken.

Juffrouw Symforosa wacht op de Begijnenvest naar Martienus. Zij wringt hare handen in vertwijfeling of hij wel of niet zal komen.

Ze heeft gisteren avond een briefken onder zijn deur geschoven, terwijl achter het venster licht brandde, en op dit briefken stond te lezen:

"Martienus, vóór gij naar 't klooster vertrekt, moet ik u absoluut nog iets zeggen. Kom tegen acht uren op de Begijnenvest, waar die drie witte berken staan. Ik zal daar naar u wachten. Juffrouw Symforosa. Zeg er aan niemand iets van en scheur het briefje kapot".

Zal hij komen of niet komen? Ze wandelt ongedurig over en weer onder de hoop, rechte Begijnenvest, waarop de regen murmelt.

Hare keel is droog en haar hart is maar een boon groot. De avond komt in de lucht en hangt al in de hoornen. Een merel begeleidt met klare waterklanken het zoete regenlied.

28