Pagina:Timm010zeer01 01 (1).pdf/32

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

rustend, ze laat haar hand uit de zijne glijden, probeert tot hem nog eens te glimlachen, en gaat dan haastig heen, met den rooden zakdoek voor haar oogen.

In haar verdriet hoopt zij dat hij haar nog zal terugroepen, maar hij blijft haar nazien met open mond en hangende armen.

Het malsche regentje neuriet als een liedje op de daken en de bladeren, en de avond is gekomen.

32