Pagina:Timm010zeer01 01 (1).pdf/7

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

frouw Pel had mij gezegd dat Martienus den druivelaar was aan 't snijden, en 'k profiteer daarvan, ziet ge!"

Van juffrouw Muyshondt, die den tijd beklaagt dat er drie-honderd begijnen het hof bewoonden, weet men wel wanneer zij begint, maar niet wanneer zij eindigt. 't Is een lammeer.

Symforosa zucht, en zegt dat ze de moor moet gaan opzetten om de koffie gereed te maken.

"Doe gerust voort juffrouw!" lacht juffrouw Muyshondt.

Symforosa is uit haar fijn humeur. Zij gaat voort naar de Sint-Margaretastraat waar de pomp staat, en als zij weerkomt is juffrouw Muyshondt gelukkig weg, en hangt het fleschken al aan den besnoeiden stam.

De moor piept en zingt in de witte keuken, als een liedje het schildpadden crucifix ter eere, en Symforosa zou gaarne aan Martienus vragen of hij niet mee aan de tafel wou zitten, maar daar de regel dit verbiedt, brengt zij hem toch een groote kom warme koffie.

En terwijl zij in de keuken zit en de drie dunne boterhammekens opeet met twee Engelsche vijgen, loert ze door het gordijntje naar

7