Pagina:Tweede reize door de Majorij van 's Hertogenbosch.pdf/135

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
( 115 )

Tiendheffers, zijnde Roomſche Kanonniken, gekomen zijn; dan de Preſident dier plaats, zijnde Roomsch, ſchoon zulks in dien tijd tegen de Wetten ſtreed, wist het, geholpen zelfs van Hervormden (ten minſten dit word verhaald) op de lange baan te ſchuiven, hierdoor wierden die Kanonniken bevrijd om een Kerkjen te bouwen, of de oude te herſtellen, ſchoon het geen tegenſpraak leed, dat zij hier toe verpligt waren; hieröp verſcheenen in 1794 de Franſchen in de Majorij, en alles bleef ſteeken. De Hervormden van die plaats verrichteden toen hunnen Godsdienst in de Kerk te Gerwen, ſchoon zeer ver afgelegen; doch deeze Kerk thands in het bezit der Roomſchen zijnde, word de Godsdienst der Hervormden nu in eene Kamer van hunnen Predikant verrigt.

Ik vernachtede in dit Dorp, en wandelde den anderen morgen over Opwetten, een gehucht van Nunen, waar een klein Kapelletjen, een Olie- en een Koornmolen op de kleine Dommel, benevens een oud ſlecht Kasteel, het Slotjen genoemd, gelegen is, naar Tongelre. Dit is een arm Dorp, welëer veel grooter dan thands: men ziet 'er eene ſoort van Heerenhuizing, met naam het Hof, doch van geen belang; de grote Kerk hebben de Roomſchen, door het woelen van hunnen Priester, een' zeer bitter' bijgeloovig' kaerel, thands in hunne magt.

Vervolgends wende ik mijnen gang naar Eindhoven, waar ik een nacht bleef. Ik vernam 'er niets anders dan in het voorleden jaar. Men

ver-
H2