Pagina:Tweede reize door de Majorij van 's Hertogenbosch.pdf/235

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
( 215 )

Van het naasten der Hervormde Kerk zal hier niets komen, omdat het Choor voor de Roomſchen te klein is, zijnde het ruim of ſchip der Kerk reeds voorlang ingeſtort, en het te veel zou kosten, wanneer men hetzelve herſtelde; intusſchen maatigen de Roomſchen zich de beheering over dezelve aan, en handelen 'er mede naar hun goedvinden; geen Geus durft zich hier tegen verzetten. [Een bewijs voor de waarheid van dit gezegde kan de Lezer zien in het geval met het begraaven van Mevrouw Lawick, het geen ik boven uit eenen brief van B. V. H. heb aangetekend, en door onzen Medeburger ook, als een bewijs voor het geen hij ſchrijft, word aangevoerd.] Te

Bokstel

Hebben de Roomſchen eene zeer ſchoone en ruime Kerk, echter hebben zij het Choor der groote Kerk (het ander gedeelte is ingeſtort), doch gansch niet uit broederlijke liefde, want hetzelve kan het tiende gedeelte van hun niet bevatten, en men heeft geenen lust, om het ingeſtorte te herſtellen, zich toegeëigend; het is hun genoeg, dat de Hervormden nu van die plaats beroofd zijn, trouwens! men hoort dikwijls in de Majorij zeggen: "Dat Vee, de Geuze Natie moet over Zee naar het Engelsch Land. Dit Land moet alleen door Katholijken bewoond worden."

Schijn-
O4