Pagina:Tweede reize door de Majorij van 's Hertogenbosch.pdf/24

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

(4)



TWEEDE BRIEF.

 Geliefde Vriend S........!

Ik ben nu al te Loon op Zand, mijn Vriend! – Hadt Gij wel gedacht, dat ik reeds zoo ver weezen zou; en als Gij deezen brief ontvangt, wie weet, waar ik dan al zit. – Ik ging met het openen der poort uit Heusden, want ik houde 'er van, om op reize vroeg in de broek te weezen. Mevrouw Chapone[1] zegt, en zij is 'er hierömtrent wel achter: "Vroeg opstaan – eene goede schikking ten aanzien van den tijd te maaken, en zich standvastig daaraan te houden, is een wezenlijk deel eener goede huishouding."; – Hier hecht ik mijn zegel aan, doch voeg 'er bij: "en een noodzaaklijk vereischte op eene reize." Zie daar een lesjen voor elken, vooräl voor eenen wandelenden, reiziger!

Ik ging dan, gelijk ik zeide, vroeg uit Heusden, zijnde op even dezelfde wijze uitgerust als in het voorige jaar, uitgenomen dat ik mijnen geliefden Ossian met de werken van Cronegk en Kleist verwisseld had. – Ik nam mijnen

weg
  1. Brieven tot verbetering van het gemoed. VIII. Brief. Bladz. 139.