Pagina:Tweede reize door de Majorij van 's Hertogenbosch.pdf/31

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

(11)

beeld, dit moet Gij niet uit het oog verliezen, veel miraculeuser (gelijk men hier spreekt) dan het andere; ook is Maria almagtiger op de eene plaats dan de andere. Dit denkbeeld strookt immers zeer wel met de Almagt? Ik dacht, dat de Almagt overäl dezelfde was, doch ik had mis, men zeide mij dit geheel anders. – ô Dom en dwaas bijgeloof!! – Intusschen zijn de Priesters in de Majorij geweldig tegen de Bedevaarten, doch dit geschied enkel, gelijk mij verscheidene Roomschgezinden verzekerden, uit eigenbelang, want het geld, dat naar dezelve gebragt en daar aan de Priesters gegeeven word, kunnen zij hier niet in hunne beurs schraapen. – Gij kunt U, mijn Vriend! geen denkbeeld vormen van de domheid, die 'er bij de Roomschen in de Majorij heerscht. - Een Belijder van dien Godsdienst kan alles gelooven, ook wil hij gaarne alles voor gangbaare munt aanneemen, al is het nog zoo ongerijmd, wen het maar slechts door eenen Priester gezegd word, of als het maar op eene Roomsche plaats gedrukt is, doch een boek, in een Protestantsch land uitgegeeven, kan nimmer waarheid behelzen, zo het maar iets van den Godsdienst rept. – Dan genoeg! laat mij voordgaan.

Van Haaren spoede ik mij herwaards; onderweg bejegende mij niets, ik wandelde geheel alleen, dus had ik geene gelegenheid, om met iemand te spreeken, of hierdoor iets belangrijks te verneemen. – Oosterwyk is een schoon Vlek, en, gelijk Gij reeds weet, de hoofdplaats van

een