Pagina:Tweede reize door de Majorij van 's Hertogenbosch.pdf/44

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

(24)

geschreeven, om den naam Van die zoogenoemde Sanctinne en van dit Dorp eenigzints gelijkluidend te doen klinken; maar waaröm schreef men dan niet Hilvarisbeek? Outijds, eer men misschien iets van deeze Heilige wist, schreef men, gelijk mij bij nader onderzoek gebleeken is, Hilverbeecke. Dit pleit voor mijn gevoelen. – Behalven den geleerden Joännes Goropius zijn hier ook Joännes Georgius en Martinus Becanus gebooren.

Dewijl ik te Hilverenbeek eenige dagen vertoefde, wandelde ik dan eens her- dan eens derwaards, en bezocht bij die gelegenheid ook eens Diessen, aan de Nemer gelegen; dat Dorp behoort eigenlijk onder de eerstgemelde plaats, 'er is eene groote Kerk en een fraaië spitzen tooren; de Kerk is aan St. Willebrord gewijd. – Iedere Kerk in de Majorij is aan eenen bijzonderen Heiligen gewijd niet alleen, maar ook ieder Dorp, elke Schutterij, elk Persoon moet eenen Patroon hebben; dit is immers wel goed? Nu hebben de Heiligen wat te doen, elke Sinte moet nu het zijne bewaaren, beschermen en beveiligen. Ieder heeft nu zijn werk, anders zou hij moeten ledig loopen, en dit kan toch niet. – Hoe verstandig is dit derhalven verzonnen!!

Hilverenbeek vaarwel zeggende, ging ik over Laage Mierde, Hooge Mierde, Hulsel en Reuzel, het geen outijds Rosole zou genaamd zijn geweest, naar Bladel. Ik verkoos deezen omweg, om eens die Dorpjens te bezien, doch ik vond

'er