Pagina:Utrechtsche Provinciale en Stads-Courant vol 1852 no 038.djvu/3

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

vaart aan Duitschland verzekert, Nederland meer mogt verwachten, dan hier is toegestaan. Enkele leden keurden het geheel af, dat het Tolverbond in ’t genot werd gesteld van de voordeelen, bij de scheepvaartwetten van 1850 toegezegd, zonder dat het van zijne zijde voldoet aan de voorwaarden, waarvan dat genot afhankelijk was gemaakt.


Na de opgave in de Utrechtsche Courant van 20 Febr. heeft de ondergeteekende nog ontvangen voor Napoléon Roussel, ten behoeve der kerk van Angoulême: van L. U. ƒ 2,97; van d. L. ƒ 5; van L. ƒ 2; het gecollecteerde in de domkerk ƒ 2,50; van N. N. een muntbillet van ƒ 10; van P., aan den schrijver van het Heidensche Rome ƒ 2,50; van Mejfr. J. E. C. B., te IJsselsteijn ƒ 16; van L. U., te Loenen op de Veluwe ƒ 16,33; van M. S. v. B., te Velp ƒ 4,45½ en 45 franc.

Deze giften maken met de vorige het bedrag van ƒ 450,55 en 45 franc.

M. S. P. PABST.      

Den Helder 26 Maart.      

Den 23. uit Texel gezeild de Gebroeders, kapt. Flik, naar Batavia.

Den 25. Admiraal Piet-Hein, kapt. v. d. Linden, naar Batavia.



BURGERLIJKE STAND

van den 21. tot den 28. Maart 1852.

Bij den Burgerlijken stand te UTRECHT zijn ingeschreven: Gehuwden 4 paar; — Geborenen 41, waaronder 4 Onechte; — Overlodenen 30, waaronder 1 doodgeboren. Bij den Burgerlijken Stand te AMERSFOORT zijn ingeschreven: Ondertrouwd I paar; — Gehuwd I paar. — Geboorten: 9 Kinderen van het mannelijk en 7 van het vrouwelijk geslacht. — Overleden: 4 van het mann. en 2 van het vrouw, geslacht; — levenloos aangegeven 1 kind van het vrouw, geslacht.



ADVERTENTIES. (7614) %* Gevoelig voor de zoowel persoonlijke als schriftelijke bewijzen van deelneming bij de bevalling mijner Echtgenoot, betuig ik, ook nuuieus haar, langs dezen gebruikelijken weg, mijnen kartelijken dank. P. C VOSWINKEL DORSELEN. Utrecht, 28 Maart 185 2. (7 615) %* Al degenen, die iets verschuldigd zijn aan — of te vorderen hebben van — den Heer JOIIANNES VAN LITSENBURG, vroeger scheepstimmerman, laatst winkelier, gewoond hebbende te Utrecht, buiten de Waard-Barrière, wijk M, N°. 195, aldaar den 18. Februarij 1852 overleden, gelieven daarvan vóór of op den 1. April 1852, betaling of opgave te doen, ten huize van den Heer W. G. DE RIJK, schcepr-timniernian te Utrecht, buiten de Catharijno-Barriuru. (7616) ".* Die iets te vorderen beeft van- of verschuldigd is aan de Nalatenschap van N. J. GODRON, in leven zonder beroep, onlangs te Utrecht overleden, worden verzocht daarvan vóór 15 April e. k. opgaaf ut betaling te doen ten kantore van den Notaris DÜYFJES. Advertentie

Utfrcclrtschc ScßiouwlMirg. (7617) *.* Met vergunning van het Hoofd van het Gemeente-bestuur, zullen de HOOGDL'ITSCHK OPERISTEN van Keulen, o: der dir.ctie van den Heer KRaTZ, du eer hebben ten Tooneele te voeren: OP MAAXDAfI 89 MAART, EENE EENIGE VOORSTELLING, bestaande in: MARTHA, DE MARKT TE RICHMOND, GROOTE OPERA in 4 Acten van F. von FLOTOW. Aanvang precies ten 7 BirC. Prijzen der Plaatsen: Boven-Loge ƒ3. Beneden- Loge ƒ2,50. Parquet ƒ2. Parterre ƒ 1,50. le Amphiteater ƒ 1,25. 2e Amphitheater f 0,75. Gaanderij f 0,50. De plaatsen zijn te bespreken aan bet' Bureaa van den Schouwburg van 's morgens 10 tot 3 urt>. — ' ' . ■ —

Zitting van den Stedelijken Raad

van 25 Maart 1852.

Tegenwoordig zijn 23 leden. Afwezig de heeren Mr. J. Ackersdijck, Jhr. Mr. W. Bosch van Drakestein, Mr. J. F. Baron van Reede van Oudtshoorn, Mr. C. L. de Vos, E. C. U. van Doorn en J. C. Schuurman.

De heer Mr. W. R. Boer doet verslag als rapporteur van de commissie, belast met het request van eenige handelaren dezer stad, strekkende, om de publieke verkoopingen van nieuwe goederen en detail tegen te gaan, als strekkende tot nadeel van den kleinhandel in deze stad. De commissie adviseert, dat de bepalingen der Patentwet het regt aan de plaatselijke Besturen ontzeggen, om aan het verlangen der adressanten te voldoen. De Burgemeester stelt voor, dit rapport ter griffie te deponeren, en de discussien nader te bepalen.

De heer Jhr. Mr. H. A. M. van Asch van Wijck stemt in met het eerste gedeelte van het voorstel des Voorzitters, doch is tegen het tweede. Spreker meent, dat omtrent dit request, een gelijk besluit behoort genomen te worden, als omtrent het adres van den breeden kerkenraad der Hervormde gemeente in eene vorige vergadering genomen is; — daar ook bij dit request het nemen van eene algemeene verordening wordt verzocht, en het daarbij behandelde onderwerp slechts dan in beraadslaging zou kunnen gebragt worden, wanneer daartoe een voorstel door Burgemeester en Wethouders of door een der leden des Raads mogt worden gedaan. Hij vermeent daarom, dat het request blootelijk tor secretarie behoort te worden nedergelegd, ter inzage der leden.

De Voorzitter merkt op, dat de Commissie geene bepaalde conclusie heeft voorgedragen, en dat dus, wanneer er geen bepaald punt in beraadslaging kon worden gebragt, het stuk ter griffie zou behooren te blijven. Overigens is Spreker niet tegen het voorstel van den heer van Asch van Wijck.

De heer Mr. W. R. Boer vereenigt zich ook namens de commissie met de meening van den heer van Asch van Wijck.

Er wordt besloten het stuk ter griffie te deponeren.

De commissie, in wier handen is gesteld, om den Raad van consideratie en advies te dienen omtrent een voorstel van Burgemeester en Wethouders betrekkelijk de verplaatsing der sterrenwacht naar het bolwerk Zonnenburg, hetwelk ten dien einde aan de Hoogeschool ten gebruike zou worden afgestaan, doet verslag bij monde van den heer Jhr. Mr. H. A. M. van Asch van Wijck. De commissie vindt geene zwarigheid, om tot goedkeuring van het voorstel van Burgemeester en Wethouders te adviseren; de commissie meent zelfs, dat, wanneer het nieuwe observatorium zal zijn tot stand gebragt de stad zich zal kunnen beroemen een observatorium te bezitten, waarvan zeker in gansch Nederland te vergeefs eene wederga zal worden gezocht. De commissie meent echter te moeten voorstellen, dat in het Raadsbesluit het tijdstip worde bepaald waarop het Bolwerk aan de Hoogeschool afgestaan zou worden, en daarentegen de Smeetoren in het bezit der stad terug keeren zou; dat de huur van den heer Buys Ballot worde in stand gehouden, ten zij in gezamentlijk overleg anders mogt worden bepaald; en eindelijk, dat, ter bewaring van de gedenkteekenen der oudheid, het uiterlijk aanzien van het Bolwerk niet veranderd, noch de daarop thans zich bevindende gebouwen afgebroken zouden mogen worden dan na verkregen goedkeuring van het Gemeente Bestuur. — De commissie geeft verder een nieuw Concept Raadsbesluit. — Dit stuk wordt ten secretarie nedergelegd en de discussiën worden bepaald op eene volgende vergadering.

De commissie voor het armwezen brengt haar verslag uit omtrent de vraag: 1o of bij gemis van een stedelijk werkhuis, de opzending van vrijwilligers naar de Bedelaars-kolonien voor rekening dezer stad noodzakelijk of nuttig kan worden geacht, 2o. of de gemeente-besturen voortdurend verpligt zijn tot teruggave der verplegings-kosten van de veroordeelde bedelaars, die in de bedelaars-kolonien, naar aanleiding van een regterlijk vonnis zijn opgenomen. — Bij de niet aanwezigheid van den rapporteur, den heer Mr. J. F. Baron van Reede van Oudtshoorn, wordt dit verslag voorgedragen door den president der commissie den heer Mr. A. J. van Beeck Calkoen. — De commissie adviseert: om, zonder zich gehouden te achten aan de besluiten van den 12 October 1819, staatsblad no. 50 en den 20 Februarij 1834, no. 102, eeniglijk in het belang der openbare orde en veiligheid dezer stad, en ten einde de mogelijkheid der veroordeeling van alhier bedelend gevonden wordende personen, overeenkomstig art. 274 van het wetboek van strafregt voortdurend te verzekeren, zoolang voor deze gemeente geen bijzonder bedelaars-gesticht zal zijn opgerigt, de kosten van overbrenging naar en van verpleging in de kolonien van weldadigheid der veroordeelde alhier onderstands-domicilie hebbende bedelaars, voor rekening dezer stad te behouden, »doch voor zooveel de veroordeelde landloopers betreft, de restitutie der kosten van transport en verpleging in de bedelaars-kolonien, voor het vervolg te doen ophouden, als welke uit den aard der zaak naar aanleiding van art. 271 van het wetboek van strafregt moeten komen ten laste van het rijk”, — en wijders, om de opzending van vrijwilligers naar de kolonien van weldadigheid voortdurend niet dan in zeer bijzondere gevallen, en wanneer zulks in het belang der openbare orde en veiligheid dezer stad wordt raadzaam geacht, van stadswege te vergunnen.

De heer Mr. J. F. Baron van Reede van Oudtshoorn neemt zitting.

Aan de orde is de instructie voor den Ontvanger.

Dit stuk wordt gedeeltelijk afgehandeld, waarna de zitting wordt gesloten.

Advertentie

OPENBARE AANBESTEDING. (7 618) *,* Burgemeester en Wethouders der Stad Utreuht zullen op Zaturdag den 10. April 1852, des namiddags ten één ure, ten Stadhuizu i:i het openbaar aanbesteden: I°. Het doen van eenige herstellingen van verschillende Stads-Gebouwen. 2°. Het doen van eenige herstellingen en schilderwerken aan bet Stads-Venduhuis. 3°. Het leggen van eenige overdekte Kanalen, in plaats van opene Gooten, het opvocgen vau eenige Muurwerken, enz 4°. Het doen van vernieuwing en herstelling aan eenige Houten Werftrappen, enz. s°. Het doen vin eenige Verfwerken met kleine herstellingen aan Stads-Gebouwen, enz. 6°. De leverancie van eenige Houtwaren. 7°. Idem van IJzer, Vijlen en Spijkers. B°. Idem van Lood en Tin. 9°. Idem van Verfwaren eu Olie. 10°. Idem van Utrcchtsche Straatkünkerts. 11°. Idem van IJsscl Straatklinkerts. De bestekken liggen vau heden af ter inzage aan Stads-Timmerhuis Achter Klarenburg; aanwijzing z.il geschieden op Dingsdag den 6. April, des dags ten negen ure, te beginnen aan de Kaz me, van ouds het Kinderhuis aan het In kennisse van mij, De Secretaris der St id Utrecht, H. G. RüMKR. — (7610) *,* Op Woensdag den 14. April 185 2, en zoo noodig den volgenden dag, des voormidd.igs ten 10 ure, zul men voor de Huizinge binnen Utrecht aan du Westzijde van de Oude Gracht nabij de Jacobiebrug, wijk C No. 44, ten overstaan van den Notaris DUYFJES in bet openbaar om koulans geld verkoopen: Eenen netten eu zinddijken INBOEDEL , bestaande in onderscheidene zoo grove als kleine Meubelen, Pendule, Tafels, Stoelen, Kanape's, Spiegels, eenige Schilderijen door moderne Meesters, Goud, Zilver, Linnen, Bedden, Dek i.s, Matrassen , Vloerkleeden , Gordijnen , Porcoiein , Glas, Aardeuwerk, Koper, Tin, Blik, IJzenv :\. , Mangelpers en wat verder zal worden aangeboden. Breeder bij billetten;. te bezigtigen Dingsdag IS April van 10 — 3 ure. PUBLIEKE VERKOOPSNG. (7620) *,* Op Dingsdag, den 20 April 1852, des morgens te 10 ure, iv eene Hu'zing en Koelhuis op de Voor- en in de Breestraat te Vreeland, ten overstaan van den aldaar govestigden Notaris C. M. van EELDE, van: Een aantal fraaije en goed onderhouden Mahoniehouten en andere Meubelen, Kagchels, Bedden, Dekens, Vloerkleeden, Karpetten en Glasgordijoen ; fraai Porcelein, Glas- en Aardewerk; Koper- Tm- Blik- en Ijzerwerk, Stal- en Tuingereetehappen, benevens een soliede Tentwagentje. Alies daags to voren van 10-4 ure afgenommerd te bezigtigen. Breeder bij biljetten en nader onderrigt ten ka.itoia van voornoemden Notaris,