Naar inhoud springen

Pagina:Van Maerlant, Rijmbijbel (Hs 10B21, 1332).pdf/215

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
f100r

∙i∙ here wasser ende hiet ermeides kolom a
17510Ende nam die dochter ende seide des
Dat hi des rikes tyrus kinde
Huwen wilde want hi hetmiende
Dat doe ionc was ende hiet merges[1]
Hier an loech ermeides
17515Want cabices die here groot
Hadde den broeder te voren doot
Dat nieman wiste dan hi allene
Doch so wan ermeides clene
Mar vii maende droechhi crone
17520∙I∙ broeder haddi ionc ende scone
Ende seide dat ware merges
Tyrus broeder kint cambices
So dattie gone coninc wart
Stout ende coene als ∙i∙ liebaert
17525Die dlant berechte van persi
Ende penst dat merges niet si
∙I∙ dochter hadde hi als ic las
Die des coninx amie was
Hi hiet haer dat si bi nachte
17530Heimelic den coninc besachte[2]
Oft hi hadde enighe oren
Want cambices te voren
Ermeides broeder doren af sneet
In weet twi hine hadde leet
17535So dat die dochter dat besochte
Ende soe den vader te maren brochte
Dat hi sonder oren ware
Himaket sinen gheslachte mare
So dat si vii swoeren te samen
17540So dat si hem dleven namen
Dese ii broeder wet vor waer
En regneerden niet ∙i∙ iaer
Die vii heren daer dlant an staet
Namen onder hem der raet
17545Wie nemen soude pantei
Ende soude siin daer bi
So dat si ∙i∙ raet doch vonden
Dat si up ∙i∙ margiin stonden
Elc up ∙i∙ ors daer quamen
17550Vor dat pallais alle te samen
Ende wies ors daer eerst nie[3]
Wese coninc sonder enwie[4]
Van desen vii hieter ∙i∙ dus
Ydaspis sone coninc darius
17555Hi dede nachts vor sconinc zale kolom b
Sinen stalwerder[5] in stilre halen
Siin orse[6] ere merien riden[7]
Smargiins alsi ginder tiden
Ende tvolc te plaetsen was gestaen
17560Bedochte hem der merien saen[8]
Ende niede ende wart coninc daer
Dit was int xxxviii iaer
Dat drike began van persi
Te wive nam hi pantei[9]
17565Desen darius kinde wel
∙I∙ iode die was niet fel
Hier te voren sprac ic van hem
Dat hi tote iherusalem
Van babilone die ioeden brachte
17570Hi was van davids gheslachte
Want die goede iosias
Wan den quaden iechonias
Die nabugodonosor sloeg te doot
Ende warpen uter stede al bloot
17575Iechonias ioachim
Die wart ghewonnen van him
Ende hi wan zalathiel[10]
Die vader was zorobabel[11]
Dits tgheslachte daer af quam
17580Soe die den duvel die macht nam
Also die redene telt hier naer
Zorobabel die horde daer
Dat siin vrient dese darius
Coninc worden was aldus
17585Want doe cambices up gaf twort
Den tempel niet te makene vort
Was zorobabel gevaren
Tote desen darius te waren
Die raet vanden coninc was
17590Ende sochte an den coninc das
Te verkeerne sinen sin
En diede meer no min
Doe riet hem dus zorobabel
Beloef den coninc van israel
17595Gheeft hi di die coninc crone
Te makene sinen tempel scone
Ende dattu noch salt weder geven
Die vate die int lant siin bleven
Dit wort beloefde darius
17600Ende es coninc van den huus

  1. merges: Smerdis (Hist.Schol. Mergus), zoon van Cyrus de Grote. Hij werd op bevel van Cambyses, zijn broer, vermoord. Na zijn dood verwierf de magiër Gaumata (ermeides in het citaat, smerdes in de Hist.Schol.) de macht door zich voor hem uit te geven. deze passage gaat als volgt in de rijmbijbel van 1285: ‘Jn percen waren (...) .vii. heren die al tland. Berechten onder des coninx hand. Een wasser hiet ermeides. Die nam die dochter (van Cambyses) ende seide des. Dat hi dat rike cirus kinde. Houden wilde want hijt minde. Dat nochtoe ionc was ende hiet merges’
  2. besachte: moet eigenlijk besochte zijn, maar aangepast voor de rijm. Van bezoeken hier in de betekenis van onderzoeken, inspecteren
  3. daer eerst nie: daar het eerst zou hinniken
  4. enwie: afgunst
  5. stalwerder: Stalbewaarder, opzichter over een stal of de stallen van een vorstelijk persoon, stalmeester, ook stalhouder, herbergier.
  6. orse (ors): Kostbaar paard. In de ambtelijke teksten worden paarden met een waarde van twintig pond of meer aangeduid met ors en die van een lagere waarde met pert (zie voor aanhalingen met prijzen van een pert ald.). Vgl. ook Davis 1989, p. 67. In de onderstaande aanhalingen wordt een ors duidelijk onderscheiden van een pert resp. een rosside. Een ridderpaard wordt altijd een ors genoemd.
  7. sire orse ere merie riden: zijn paard, een strijdros was altijd een hengst, een merrie laten ‘berijden’ (dekken).
  8. Bedochte hem der merien saen: dacht hij (de hengst) onmiddelijkk terug aan de merrie en hinnikte.
  9. pantei: Panthei (Hist.Schol. Panthaei (acc.)), volgens de Rijmb. en Hist.Schol. een dochter van Cambyses die verder kinderloos stierf. De bedrieger Smerdis (Gaumata) nam haar tot vrouw om zo de heerschappij te verkrijgen. Volgens het WDO s.v. atossa heette Panthei Atossa, en was zij niet de dochter maar de echtgenote van Cambyses.
  10. salathiel (salatiel): Sealtiël (Vulg. Salathiel), voorvader van Maria, in Mt 1:12 zoon van Jekonja en vader van Zerubbabel. Bijbel: Mt 1:12
  11. Zorobabel: Zerubbabel (Vulg./Hist.Schol. Zorobabel), zoon van Sealtiël, stadhouder van Juda voor de Perzen en leider van de tempelbouw. Bijbel: Vgl. 1 Kr. 3:19, Hist.Schol. Lib.Dan. Cap.XVII