Naar inhoud springen

Pagina:Van Maerlant, Rijmbijbel (Hs 10B21, 1332).pdf/90

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

f37v

Dat lant dat hem god behiet kolom a
6280Mettien dat moyses bescriven liet

Hier gaet ute numerus
Ende comt in deutronomius
Die meest al es geset
Van gebode der ouder wet
6285Des ∙xl∙ iaers min no mee
Datmen quam uter roder zee
Ten eersten daghe van sporkle[1] sach
Moyses sinen starf dach
Hen wesen bi doe nam hi die liede
6290Ende telde hem dat hem gesciede
Eeren die hem onde here dede
Doe si bi sire mogenthede
Og den coninc van basan
Versloegen den groten man
6295Die van gyganten leefde allene
Want hine was niet also clene
Siin bedde en stont in ∙i∙ stat
Te liitekenen[2] ende si hietent rabat[3]
∙xl∙ cubitus lanc ende al yseriin
6300Ende vier was die wide siin
Hi hiet hem dat si gode minden
Boven al dat si oyt kinden
Met alder sielen met alder sinnen
Met alder cracht soudsine minnen
6305Van manna wondert u niet sere
Dat u broet geeft onse here
Biden brode verstaet niet allene
Levet die mensche mar gemene
Biden worden die telker stont
6310Comen uut ons heren mont
Ghedinket dgoeds dat god te waren
U heeft gedaen in ∙xl∙ iaren
Want u cleder no u scoen kolom b
Siin niet gesleten in genen doen
6315Ghi siit ontgaen menige diere
Dat veniin uut werpt met viere
Hout wel ons heren gebode
So suldi ontfaen siin van gode
Ghetidich coude getidich hitte
6320Theilige lant verstaet wel ditte
Dat en heeft niet die maniere
Als in egypten dattie riviere
Nilus te sir tiit benet
Bedi hout wel ons heren wet
6325Hi sal verdriven uten lande
Sonder enige noot uwe viande
Ende wie so afgode anebede
Eist wiif of man in porte in stede
Die en salmen niet laten leven
6330Die orconden die si twe geven
Oft die drie die si gestade
Ende hebt oec niet tuwen rade
Tovereers no wikelaren
No die gene die omme varen
6335Met nigromansien[4] daer si staen
Die dode mede doen up staen
Om te weten wat sal gescien
God sal u noch verwecken[5] dien
Van uwen broders ∙i∙ prophete
6340Wi so niet doet dat hi hete
Hi sal vermalediit bliven
Dese prophete daer wi af scriven
Dats ihesus die siins niet en hort
Hi bliift in die ziele te stort[6]
6345Waert oec datmen ondervonde
Valschede van enigen orconde
Men soude hem gelden sine onwet[7]
Liif over liif let over let
Wet oec wel dat hi verboet
6350In wige den genen die was bloot[8]
Omdat hi in de scaren
Ander volc mochte vervaren
Liicht wiif ende putiere[9]
Vloecte hi in alre maniere
6355Ende andre wort die im dochten
Dat sie vromen[10] niene mochten
Ende als hiit al hevet bescreven
Heeft hi den boec up gegeven

  1. sporkle: februari
  2. liitekene: In de verbinding te lijctekine Als een teken, ten bewijze.
  3. rabat: Rabba (Vulg./Hist.Schol. Rabbath), hoofdstad van de Ammonieten, gelegen op de plaats van het huidige Amman. Bijbel: Dt 3:11, Hist.Schol. Lib.Deu. Cap.II
  4. nigromansien: Geestenbezwering, geestenbanning, duivelbezwering, toverij.
  5. verwecken: opwekken uit de dood oproepen uit de dood doen opstaan
  6. te stort: uitgestort
  7. onwet: Onrechtmatige handeling, onwettige of onrechtvaardige daad.
  8. bloot: van blode: Gebrek aan moed, aan veerkracht, aan energie, aan dapperheid hebbende laf, versaagd (het tegengestelde van coene, boude).
  9. putiere: Ontuchtige vrouw. Ook hoerewaardin, zij die vrouwen of meisjes tot ontucht brengt, leeft van oneerbaar gewin.
  10. vromen: baten helpen