(a) in de wetgeving van een Staat die partij is bij dit Verdrag; of
(b) in enig ander internationaal verdrag, dat of in enige andere internationale overeenkomst die voor die Staat van kracht is.
Artikel 24
De Staten die partij zijn bij dit Verdrag, nemen de verplichting op zich, op nationaal niveau alle noodzakelijke maatregelen te nemen om te komen tot volledige verwezenlijking van de in dit Verdrag erkende rechten.
Artikel 25
1. Dit Verdrag staat open voor ondertekening door alle Staten.
2. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties is aangewezen als depositaris van dit Verdrag.
3. Dit Verdrag dient te worden bekrachtigd. De akten van bekrachtiging dienen te worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.
4. Dit Verdrag staat open voor toetreding door alle Staten. Toetreding vindt plaats door nederlegging van een akte van toetreding bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.
Artikel 26
1. Iedere Staat kan te allen tijde een verzoek tot herziening van dit Verdrag indienen door middel van een schriftelijke kennisgeving gericht aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.
2. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties beslist welke stappen eventueel dienen te worden genomen naar aanleiding van een zodanig verzoek.
Artikel 27
1. Dit Verdrag treedt in werking op de dertigste dag na de datum van nederlegging van de twintigste akte van bekrachtiging of toetreding bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.
2. Voor iedere Staat die dit Verdrag bekrachtigt of hiertoe toetreedt na de nederlegging van de twintigste akte van bekrachtiging of toetreding, treedt het Verdrag in werking op de dertigste dag na de datum van nederlegging van de akte van bekrachtiging of toetreding door die Staat.