Naar inhoud springen

Pagina:Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.pdf/118

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Artikel 4

De Gemeenschap, haar bezittingen, inkomen en andere eigendommen zijn vrijgesteld van:

a) alle directe belastingen; de Gemeenschap zal evenwel geen aanspraak maken op vrijstelling van belastingen heffingen en rechten, die niet anders zijn dan eenvoudige vergoedingen voor diensten van openbaar nut;
b) alle douanerechten, in- en uitvoerverboden en -beperkingen met betrekking tot artikelen, die de Gemeenschap voor officieel gebruik nodig heeft; de aldus vrij ingevoerde goederen mogen in het land, waarin zij zijn ingevoerd, niet worden verkocht, tenzij op voorwaarden, waaromtrent met de Regering van dat land overeenstemming is bereikt;
c) alle douanerechten, in- en uitvoerverboden en beperkingen met betrekking tot haar publicaties.




TWEEDE HOOFDSTUK
MEDEDELINGEN EN LAISSEZ-PASSER



Artikel 5

De instellingen van de Gemeenschap genieten op het grondgebied van iedere deelnemende Staat voor haar officiële mededelingen die behandeling, welke door deze Staat aan diplomatieke missies wordt toegestaan.

De officiële correspondentie en andere officiële mededelingen van de instellingen van de Gemeenschap zijn niet aan censuur onderworpen.