genieten voor het Hof de rechten welke bij dit artikel aan advocaten worden toegekend.
PHASEN VAN DE PROCEDURE
Artikel 21
De procedure voor het Hof bestaat uit twee phasen: de schriftelijke en de mondelinge procedure.
De schriftelijke procedure omvat het overleggen aan partijen en aan de instellingen van de Gemeenschap wier beslissingen in het geding zijn, van de verzoekschriften, memoriën, verdedigingen en opmerkingen en, eventueel, van de replieken alsmede van alle bewijsstukken ter ondersteuning daarvan of van voor eensluidend gewaarmerkte afschriften dezer stukken.
De overlegging geschiedt door tussenkomst van de griffier in de volgorde en binnen de termijnen, bepaald door het reglement voor de procesvoering.
De mondelinge procedure omvat de voorlezing van het rapport dat door de rechter-rapporteur is ingediend, alsmede het horen door het Hof van getuigen, deskundigen, gemachtigden en advocaten, en van de conclusies van de advocaat-generaal.
VERZOEKSCHRIFT
Artikel 22
Elke zaak wordt voor het Hof aanhangig gemaakt door middel van een tot de griffier gericht verzoekschrift. Het verzoekschrift moet inhouden een aanduiding van naam en woonplaats van de partij on de hoedanigheid van de ondertekenaar, het onderwerp van het geschil, de conclusies en een summiere uiteenzetting van de aangevoerde gronden.