KORT GEDING
Artikel 33
De voorzitter van het Hof kan, volgens een summiere procedure, welke voorzover nodig afwijkt van sommige der bepalingen vervat in dit Statuut en welke wordt vastgesteld door het reglement voor de procesvoering, uitspraak doen op de conclusies, welke strekken ofwel ter verkrijging van de opschorting, bedoeld in de tweede alinea van artikel 39 van het Verdrag, ofwel tot toepassing van de voorlopige maatregelen krachtens de derde alinea van hetzelfde artikel, ofwel tot opschorting van de gedwongen tenuitvoerlegging overeenkomstig de derde alinea van artikel 92.
Bij verhindering van de voorzitter wordt deze vervangen door een andere rechter volgens de bepalingen van het in artikel 18 van dit Statuut bedoelde reglement.
De door de voorzitter of zijn plaatsvervanger gedane uitspraak heeft slechts een voorlopig karakter en loopt niet vooruit op de beslissing van het Hof, uitspraak doende in de hoofdzaak.
TUSSENKOMST
Artikel 34
Natuurlijke of rechtspersonen die kunnen bewijzen, dat zij belang hebben bij de oplossing van een geschil dat aan het Hof is voorgelegd, kunnen in het geding tussenkomen.
De conclusies van het verzoekschrift tot tussenkomst kunnen slechts ten doel hebben de conclusies van een der partijen te ondersteunen of te verwerpen.