Naar inhoud springen

Pagina:Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.pdf/15

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Artikel 4

Als zijnde onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt voor kolen en staal worden afgeschaft en zijn verboden binnen de Gemeenschap overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag:

a) in- of uitvoerrechten of heffingen met daaraan gelijke werking en kwantitatieve beperkingen van het goederenverkeer;
b) maatregelen of practijken, die een discriminatie tussen producenten, tussen kopers of tussen verbruikers inhouden, met name die, welke betrekking hebben op prijzen of leveringsvoorwaarden en vervoerstarieven, alsmede maatregelen of practijken, die de koper belemmeren in de vrije keus van zijn leverancier;
c) door de Staten verleende subsidies of hulp, of door deze opgelegde bijzondere lasten, in welke vorm ook;
d) beperkende practijken, die strekken tot verdeling of uitbuiting van markten.

Artikel 5

Bij het vervullen van haar taak overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag grijpt de Gemeenschap zo weinig mogelijk rechtstreeks in.

Te dien einde:
— licht zij de belanghebbenden bij hun optreden voor en vergemakkelijkt zij dit door het verzamelen van gegevens, door het organiseren van overleg en door het omschrijven van algemene doelstellingen;