Subsidies, directe of indirecte hulp, bijzondere lasten
§11.
De Regeringen der deelnemende Staten doen aan de Hoge Autoriteit na haar ambtsaanvaarding mededeling van de hulp en subsidies van welke aard dan ook, die ten goede komen aan de kolenmijn- en staalindustrie in hun landen of van de bijzondere lasten, die aan haar zijn opgelegd. Behoudens toestemming van de Hoge Autoriteit ten aanzien van het handhaven van genoemde hulp, subsidies of bijzondere lasten en de voorwaarden, waaraan dit handhaven is onderworpen, moeten zij ophouden op de tijdstippen en onder de voorwaarden, die worden vastgesteld door de Hoge Autoriteit, na raadpleging van de Raad, zonder dat dit verplicht kan worden gesteld vóór het tijdstip van het begin van de overgangsperiode voor de desbetreffende producten.
Afspraken en monopolistische organisaties
§12.
Alle gegevens over de afspraken of organisaties, bedoeld in artikel 65, moeten ter kennis worden gebracht van de Hoge Autoriteit overeenkomstig de bepalingen van het derde lid van genoemd artikel.
In de gevallen, dat de Hoge Autoriteit niet de ontheffing verleent, welke is voorzien in het tweede lid van genoemd artikel, stelt zij redelijke termijnen vast na afloop waarvan de verboden, voorzien in hetzelfde artikel van kracht worden.