Naar inhoud springen

Pagina:Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.pdf/175

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Verdrag, indien de Hoge Autoriteit het bewijs levert, dat deze handelingen zijn voltrokken, teneinde te ontkomen aan de toepassing van artikel 66.

Tot aan het tijdstip, dat het reglement voorzien in het eerste lid van genoemd artikel is vastgesteld, behoeven de handelingen, welke bedoeld zijn in dit lid, niet aan voorafgaande goedkeuring te worden onderworpen. De Hoge Autoriteit is niet gehouden onmiddellijk een beslissing te nemen naar aanleiding van de aanvragen tot goedkeuring, die haar worden voorgelegd.

Tot aan het tijdstip, dat het reglement voorzien in het vierde lid van hetzelfde artikel is vastgesteld, kunnen de inlichtingen, welke bedoeld zijn in dit lid, alleen van de ondernemingen, die aan de rechtsmacht van de Hoge Autoriteit zijn onderworpen overeenkomstig het bepaalde in artikel 47 worden geëist.

De reglementen voorzien in het eerste en vierde lid van artikel 66 moeten worden opgesteld binnen een termijn van vier maanden na het tijdstip van de ambtsaanvaarding van de Hoge Autoriteit.

De Hoge Autoriteit verzamelt bij de Regeringen, de verenigingen van producenten en de ondernemingen, alle gegevens, met betrekking tot de bestaande toestand in de verschillende gebieden van de Gemeenschap, welke dienstig zijn voor de toepassing van de bepalingen, vervat in het tweede en zevende lid van artikel 66.

De bepalingen van het zesde lid van artikel 66 worden toegepast al naar gelang van het in werking treden van de bepalingen, welker niet naleving zij met straf bedreigen.

De bepalingen van het zevende lid van artikel 66 zijn van toepassing van het tijdstip van de instelling van de gemeenschappelijke markt af, overeenkomstig de bepalingen van § 8 van deze Overeenkomst.