twee jaren en op dezelfde wijze als voorzien voor de benoeming van de leden van de Hoge Autoriteit door de Regeringen van de deelnemende Staten. Hun mandaat kan worden vernieuwd.
Behalve in het geval van algemene vernieuwing, geschiedt de benoeming na raadpleging van de Hoge Autoriteit.
Artikel 12
Behalve door periodieke vervanging eindigt de ambtsvervulling van een lid van de Hoge Autoriteit door overlijden of ontslag.
Op verzoek van de Hoge Autoriteit of van de Raad kunnen de loden van de Hoge Autoriteit, die niet meer voldoen aan de voor de uitoefening van hun ambt noodzakelijke vereisten of die op ernstige wijze zijn tekort geschoten, door het Hof van hun ambt ontheven worden verklaard.
In de gevallen bij dit artikel voorzien, wordt het desbetreffende lid voor de verdere duur van zijn amtsperiode vervangen overeenkomstig de bepalingen van artikel 10.
Er zal niet tot vervanging worden overgegaan, indien de duur van de nog overblijvende amtsperiode korter dan drie maanden is.
Artikel 13
De besluiten van de Hoge Autoriteit worden genomen door de meerderheid van haar leden.
Het reglement van orde bepaalt het quorum. Dit quorum moet echter groter zijn dan de helft van het aantal leden, waaruit de Hoge Autoriteit bestaat.