4. Onverminderd de toepassing van artikel 47 met betrekking tot de ondernemingen, welke aan haar rechtsmacht zijn onderworpen, kan de Hoge Autoriteit hetzij door een reglement, opgesteld na raadpleging van de Raad en hetwelk de aard van de handelingen, die aan haar moeten worden medegedeeld, nader omschrijft, hetzij door een binnen het kader van dit reglement afzonderlijk tot de belanghebbenden gericht verzoek, van natuurlijke of rechtspersonen, welke de betrokken rechten of activa hebben verkregen of opnieuw gegroepeerd of zullen verkrijgen of opnieuw groeperen, alle voor de toepassing van dit artikel noodzakelijke inlichtingen verkrijgen met betrekking tot handelingen, waarvan verwacht kan worden, dat zij de in het eerste lid bedoelde uitwerking zullen hebben.
5. Indien een concentratie is tot stand gebracht welke naar het oordeel van de Hoge Autoriteit is voltrokken in strijd met de bepalingen van het eerste lid, doch niettemin voldoet aan de voorwaarden, voorzien in het tweede lid, stelt zij de goedkeuring van deze concentratie afhankelijk van de storting door de personen, welke de betrokken rechten of activa hebben verkregen of opnieuw gegroepeerd, van de boete, voorzien in de tweede volzin van het zesde lid, met dien verstande dat in de gevallen, waarin duidelijk blijkt, dat de toestemming had moeten worden gevraagd, het bedrag hiervan niet lager kan zijn dan de helft van het maximum, voorzien in genoemde alinea. Bij gebreke van deze storting past de Hoge Autoriteit de maatregelen toe, welke hierna voorzien zijn ten aanzien van als ongeoorloofd aangemerkte concentraties.
Indien een concentratie is tot stand gebracht, welke naar het oordeel van de Hoge Autoriteit niet kan voldoen aan de algemene of bijzondere voorwaarden, waaraan een goedkeuring uit hoofde van het tweede lid zou zijn onderworpen, stelt zij door een met redenen omklede beschikking het ongeoorloofde karakter van deze concentratie vast en gelast, na de belanghebbenden in staat gesteld te hebben hun op-