Naar inhoud springen

Pagina:Xenophon. Anabasis of tocht van Cyrus. Uit het Grieksch - H.C. Muller - Thieme, Zutphen, 1929 3e.pdf/17

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

darieken.[1] Clearchus nu wierf voor dat geld een leger, waarmede hij van den Chersonesus uit de Thraciërs beoorloogde, die aan de andere zijde van den Hellespont woonden, en waardoor hij den Hellenen voordeelen bezorgde: zoodat de steden aan den Hellespont vrijwillig bijdragen zonden voor het onderhoud der troepen. Zoo werd nu ook dit leger heimelijk voor Cyrus op de been gehouden. Zijn gastvriend Aristippus uit Thessalië, die door de tegenpartij in zijn vaderland in het nauw werd gebracht, kwam daarop tot hem en vroeg om tweeduizend huurlingen en drie maanden soldij, waarmee hij het overwicht op zijne vijanden hoopte te verkrijgen. Cyrus gaf hem vierduizend man en voor zes maanden soldij, en kwam tevens met hem overeen, dat hij zich niet eerder met zijne tegenstanders zou verzoenen, voordat hij daarover met hem zou beraadslaagd hebben. Zoo werden nu ook in Thessalië heimelijk troepen voor hem bijeengebracht. Aan zijn vriend Proxenus, een Boeotiër, gaf hij de opdracht met een zoo groot mogelijk aantal m anschappen tot hem te komen om, naar hij voorgaf, de Pisidiërs te kunnen aanvallen, die zijn gebied verontrustten. Den Stymphaliër Sophaenetus en den Achaeër Socrates, die evenzeer zijne gastvrienden waren, droeg hij hetzelfde op, onder voorwendsel gemeenschappelijk met de verdreven Milesiërs Tissaphernes aan te vallen; en ook dezen gaven hieraan gehoor.



  1. Perzische goudstukken, naar Darius genoemd. Zie een afbeelding en beschrijving bij Rich. Dictionnaire des antiquités romaines et grecques. Paris 5859, blz. 221.