bericht kreeg dat zijn broeder zich in beweging stelde, maakte hij zich tot tegenstand gereed. Cyrus brak nu met de reeds genoemde troepen uit Sardes op en rukte door Lydië in drie dagmarschen, twee-en-twintig parasangen[1], tot aan den Maeander voort. Over dezen stroom, die twee plethren[2] breed is, lag een brug, samengesteld uit zeven vaartuigen. Cyrus trok er over heen en rukte in Phrygië één dagmarsch en acht parasangen voort tot naar Colossae, een groote, rijke stad. Hier bleef hij zeven dagen, en Menon uit Thessalië voegde zich bij hem met duizend hoplieten en vijfhonderd peltasten, die uit Dolopiërs. Aenianiërs en Olynthiërs bestonden. Van hieruit maakte hij drie dagmarschen, tezamen twintig parasangen, tot aan Celaenae, een groote, rijke stad in Phrygië. Hier had Cyrus een paleis en een uitgestrekt park vol wilde dieren, waarop hij te paard jacht maakte, wanneer hij zich zelf en zijne paarden wilde oefenen. Midden door het park loopt de Maeander, welks bronnen in het paleis zijn; ook door Celaenae stroomt hij. In deze stad heeft de groote koning ook een versterkt paleis aan de bronnen van den Marsyas, onder de vesting; ook deze rivier stroomt door de stad, en valt in den Maeander; hij is vijf-en-twintig voet breed. Hier zegt men dat Apollo aan Marsyas, van wien hij den wedstrijd in muzikale vaardigheid won, de huid afgetrokken heeft, en deze in de grot, waar de bronnen ontspringen, opgehangen heeft; en daarnaar draagt de rivier den naam Marsyas. Het paleis en de sterkte van Celaenae werden volgens het verhaal door Xerxes gebouwd, toen hij verslagen uit Griekenland vluchtte. Cyrus bleef hier dertig dagen. Intusschen voegde zich Clearchus, de verdreven Lacedaemoniër, bij hem met duizend hoplieten, achthonderd Thra-
Pagina:Xenophon. Anabasis of tocht van Cyrus. Uit het Grieksch - H.C. Muller - Thieme, Zutphen, 1929 3e.pdf/19
Uiterlijk