Naar inhoud springen

Pagina:Xenophon. Anabasis of tocht van Cyrus. Uit het Grieksch - H.C. Muller - Thieme, Zutphen, 1929 3e.pdf/26

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

't dus nu niet de tijd om te slapen of zorgeloos te zijn, er moeten maatregelen voor de toekomst genomen worden. Willen wij hier blijven, d an houd ik het voor noodeg te zorgen, dat ons verblijf zoo veilig mogelijk wordt. Nemen wij echter het besluit af te trekken, dan moeten wij ook den veiligsten aftocht zoeken, en zien hoe wij aan levensmiddelen komen; want zonder deze kan noch veldheer noch soldaat iets ten uitvoer brengen. Cyrus is een onschatbare vriend voor zijne vrienden, maar ook de hevigste vijand voor zijne vijanden. Bovendien bezit hij een menigte voetvolk, ruiterij en schepen, zooals wij allen weten en kunnen zien, want wij zijn immers dicht genoeg bij hem; het wordt dus tijd, dat ieder den raad geeft, die hem de beste schijnt."

Bij deze woorden hield hij op; en daarop kwamen eenigen naar voren, die uit eigen beweging hunne meening zeiden; anderen, op aanstoken van Clearchus, toonden aan, hoe moeielijk het was, zoowel te blijven als af te trekken, zonder aan Cyrus verlof te vragen. Een onder hen, die zeer veel haast scheen te hebben om naar Griekenland terug te keeren, zeide: „Wanneer Clearchus den terugtocht niet kommandeeren wilde, dan moest men in allerijl andere aanvoerders kiezen, levensmiddelen inkoopen, (de markt was echter in 't Perzische leger) en zich tot den aftocht gereed maken. Daarna moest men Cyrus om schepen voor de terugreis verzoeken, en wanneer hij deze weigerde, om een wegwijzer, onder wiens leiding zij door bevriende streken konden terugtrekken. Als hij ook dezen niet gaf, dan moest men zich zoo spoedig mogelijk strijdvaardig maken en te voren door eenige troepen de hoogten laten innemen, opdat niet Cyrus en de Ciliciërs, van welke wij zooveel slaven en buit geroofd hebben, hen hierin vóór zouden komen."

Na hem sprak Clearchus: „Ik hoop dat geen van u het voorstel zal doen, mij het kommando van dezen terugmarsch op te dragen; want verscheidene oorzaken dwingen