Naar inhoud springen

Pagina:Xenophon. Anabasis of tocht van Cyrus. Uit het Grieksch - H.C. Muller - Thieme, Zutphen, 1929 3e.pdf/39

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

ik het ook was. Cyrus, zoo zoudt gij mij toch nooit meer gelooven."

Hierop sprak Cyrus tot de vergadering: „Deze m an heeft dus alles, wat hij misdaan heeft, bekend. Gij Clearchus, zeg het eerst uwe meening daarover." Clearchus zeide: „Mijn raad is, dezen man zoo spoedig mogelijk uit den weg te ruimen, opdat het niet meer noodig zij hem te bewaken, maar wij daardoor vrijen tijd krijgen om weldaden te bewijzen aan hen, die vrijwillig onze vrienden zijn." Deze meening vond, zooals Clearchus vertelde, bijval bij de anderen. Hierop stonden allen, ook de familie van Orontas, op, en grepen hem, op bevel van Cyrus, als teeken des doods, bij den gordel; en zij, aan ween het opgedragen was, geleidden hem naar buiten. Toen zijne vroegere ondergeschikten hem zagen, vielen zij ook daar nog voor hem te voet, ofschoon zij wisten, dat hij ter dood veroordeeld was. Nadat men hem in de tent van Artapatas, die onder de schepterdragers van Cyrus de meest vertrouwde was, gebracht had, werd hij later nooit meer, noch levend noch dood, gezien, en de wijze, waarop hij ter dood gebracht werd, iets waarover de meeningen zeer verschillend zijn, bleef even zoo onbekend als zijn graf[1].



  1. Waarschijnlijk werd Orontas in de tent van Artapatas levend begraven, eene wijze van ter dood brengen, die niet zelden voorkwam, zooals Herodotus uitdrukkelijk vermeldt.