Naar inhoud springen

Pagina:Xenophon. Anabasis of tocht van Cyrus. Uit het Grieksch - H.C. Muller - Thieme, Zutphen, 1929 3e.pdf/58

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

TWEEDE BOEK.[1]

I.

Hoe Cyrus met het doel om zijnen broeder Artaxerxes te beoorlogen, het Helleensche leger bijeenbracht, de geschiedenis van den marsch, de gebeurtenissen van den slag, de val van Cyrus, hoe verder de Hellenen, in den waan, dat de overwinning geheel aan hunne zijde en Cyrus nog in leven was, na hunnen terugtocht in de legerplaats den nacht doorbrachten, dit alles vormde den inhoud van het vorige boek.

Toen nu bij het aanbreken van den dag de legeraanvoerders samenkwamen, verwonderden zij zich, dat Cyrus noch zelf verscheen, noch een bode met bevelen zond. Zij besloten daarom zich te wapenen en met de overgebleven bagage voort te rukken, om zich met Cyrus te vereenigen. Reeds waren zij bezig op te breken en ging de zon op, toen Procles, heerscher van Teuthrania[2], een nakomeling van den Lacedaemoniër Damaratus, en Glus, de zoon van Tamos, aankwamen. Dezen brachten de tijding: dat Cyrus gesneuveld was en Ariaeus, gevlucht, zich op de standplaats bevond, vanwaar het leger den vorigen dag vertrokken was. Tegelijk deelden zij het besluit van Ariaeus mede, dezen dag op hen te wachten, ingeval zij zich met hem wilden vereenigen; den volgenden dag zou hij echter

  1. De korte inhoudsopgave van het vorige boek, die telkens het begin van een nieuw boek voorafgaat, is waarschijnlijk niet van X.'s hand, en door Cobet niet in zijn teksteditie opgenomen.
  2. In westelijk Klein-Azië, aan de rivier de Caïcus.