Naar inhoud springen

Pagina:Xenophon. Anabasis of tocht van Cyrus. Uit het Grieksch - H.C. Muller - Thieme, Zutphen, 1929 3e.pdf/62

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

van een verbond het voor den koning, en in geval van vijandelijkheid het voor ons voordeeliger is, wanneer wij de wapens behouden." — „Deze tijding," zeide Phalinus op zijn beurt, „zullen wij aan den koning brengen. Ondertusschen hebben wij de opdracht u te melden, dat de koning u, wanneer gij hier blijft, een verdrag aanbiedt; wanneer gij echter voor- of achteruit marcheert, dan is het oorlog.

Zegt mij dus ook hierover uw besluit." —

„Antwoord dan", sprak Clearchus, „dat wij het daarin met den koning eens zijn." Phalinus: „Welke meening dus?" Clearchus: „Een verbond, wanneer wij blijven, oorlog, wanneer wij opmarcheeren." Phalinus: „Moet ik dus een verbond of oorlog aankondigen?" Clearchus herhaalde echter wederom zijn gezegde; maar wat hij doen zou, deelde hij niet duidelijk mee.



II

Phalinus vertrok hierop met zijne begeleiders; Procles en Chirisophus kwamen nu van Ariaeus terug, want Menon was bij hem gebleven. Zij brachten het volgende antwoord mede: „Er waren vele Perzen, die de voorkeur boven hem moesten genieten en die het ook niet zouden verdragen, als hij tot koning gemaakt werd. Wilden de Hellenen echter mee wegtrekken, dan moesten zij nog dien zelfden nacht komen; zoo niet, dan zou hij den volgenden morgen den terugtocht aanvaarden." Clearchus antwoordde: „ Ja, zoo moeten wij doen, wanneer wij komen; komen wij niet, handelt dan zooals u het best dunkt, in overeenstemming met uwe belangen". Aan dezen deelde hij evenmin zijn besluit mede. Hierop liet hij, daar