Naar inhoud springen

Pagina:Xenophon. Anabasis of tocht van Cyrus. Uit het Grieksch - H.C. Muller - Thieme, Zutphen, 1929 3e.pdf/85

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zoodat de verhouding der soldaten tot hem die was van kinderen tegenover den meester[1]. Nooit had hij lieden, die hem uit vriendschap of welwillendheid volgden, maar hen, die hun vaderstad, of de nood, of eenige andere dringende oorzaak onder zijne rangen schaarde, die maakte hij stipt gehoorzaam. Als men begonnen was onder zijn bevel te overwinnen, waren er twee groote middelen, die zijn soldaten bruikbaar maakten: onverschrokkenheid tegen den vijand was reeds bij hem aanwezig, en uit de vrees voor zijn straf volgde de tucht. Zoo was hij in het bevelvoeren; maar door anderen gekommandeerd te worden, daarvan (zeide men) hield hij niet erg. Toen hij stierf, had hij ongeveer den leeftijd van vijftig jaren bereikt. Proxenus uit Boeotië wilde reeds als kind een man worden, geschikt tot groote dingen, daarom liet hij zich voor geld onderwijzen door Georgias uit Leontium[2]. Na dit onderwijs achtte hij zich reeds geschikt om bevel te voeren, en als vriend van de voornaamsten niet onder te doen in weldaden; zoo kwam hij er toe met Cyrus te onderhandelen. Immers hij meende daardoor grooten naam en macht en veel geld te zullen erlangen; maar bij die begeerte sprong het toch zeer in 't oog, dat hij niets daarvan op onrechtmatige wijze wilde verkrijgen, maar overtuigd was dat hij het met recht en billijkheid moest doen, en niet anders. Hij was in staat over rechtschapen menschen te heerschen[3], niet om eerbied of vrees aan zijne soldaten in te boezemen. Ja zelfs, hij ontzag meer zijn soldaten dan dezen hem, en 't was duidelijk, dat hij meer vreesde zich bij zijne krijgslieden gehaat te maken, dan de laatsten,

  1. Dit is het beeld van den ouderwetschen tuchtmeester, den plagosus Orbilius van Horatius; men vergete niet, dat X. Spartaansche harde tucht boven de losse Atheensche vrijheid voortrok.
  2. Een der eerste en meest talentvolle sophisten, over wien men Plato's dialoog Gorgias, uitgeg. door Deuschle—Cron, Einleitung, vergelijke.
  3. Het Grieksche kalós kagathós, dat Xen, hier gebruikt, is slechts onvolkomen in onze taal uit te drukken.