voed. Als hij bij menschen in de hoogste gunst wilde komen, lasterde hij de besten en meende zoo zijn doel te kunnen bereiken[1]. De gehoorzaamheid zijner soldaten wist hij te krijgen door met hen gemeenzaam te zijn in slechte dingen; hij wilde geëerd en gediend worden door in het openbaar te toonen, dat hij meer dan een ander kwaad doen kon en wilde. En als iemand hem in den steek liet, dan rekende hij het zich als een weldaad toe hem niet in het verderf gestort te hebben, toen hij nog met hem omging.
Men kan zich bedriegen in dingen die onbekend zijn, maar het volgende is iets dat allen weten. Terwijl hij nog een jonge knaap was, wist hij van Aristippus het kommando over een vreemdelingenleger te verkrijgen. Met Ariaeus, een barbaar, ging hij reeds in zijn jeugd zeer vertrouwelijk om, doordat deze veel van mooie knapen hield; en op een leeftijd, toen hij nog geen baard droeg, had hij als lieveling een zekeren Tharypas, die reeds manbaar was[2]. — Toen nu zijne medeveldheeren ter dood werden gebracht, omdat zij met Cyrus tegen den koning waren opgetrokken, stierf hij dien dood niet, hoewel hij hetzelfde gedaan had; maar na den moord der anderen werd hij gestraft door den koning en stierf, niet zooals Clearchus en de overige strategen door onthoofding, hetgeen voor de snelste wijze van sterven geldt[3], doch levend werd hij een jaar lang gemarteld
- ↑ Deze plaats komt mij eenigszins corrupt voor.
- ↑ Zie over deze groote schaduwzijde der oud-helleensche beschaving: W.A. Becker. Charikles. Bilder altgriechischer Sitte. 2r Bd. Berlin, 1877, blz. 266.
- ↑ Volgens de editie van Cobet, anderen lezen „de eervolste wijze". De marteldood van M. bestond, volgens sommigen, daarin, dat hem de voeten of de handen werden afgehouwen. Over gruwelijke martelingen bij de oude Perzen zie men Plutarchus, Leven van Artaxerxes, XVI.