Sicco Ernst Willem Roorda van Eysinga/De vermindering van het getal werkuren/3

Uit Wikisource
De vermindering van het getal werkuren [3]
Auteur(s) R.v.E.
Datum Zaterdag 20 april 1872
Titel De vermindering van het getal werkuren
Tijdschrift De Opmerker
Jg, nr, pg 7, 16, [1-2]
Opmerkingen Vervolg op De vermindering van het getal werkuren [2]
Brontaal Nederlands
Bron [1], [2]
Auteursrecht Publiek domein

[1]


[...]


DE VERMINDERING VAN HET GETAL WERKUREN.


(Vervolg van no 15).


III.


      Het is alsof een adem van broederschap de wereld doorwaait; zij, die aan de menschheid twijfelden, voelen wel, dat eene zuiverder zedenleer ontkiemt en dat zij uit den schoot van den dagloonersstand te voorschijn zal treden. Later neemt de pers flink de partij op tegen de zelfzucht en koppigheid der arbeidgevers, het nationaal gevoel teekent er verzet tegen aan, leden van het Parlement stellen zich tusschen de strijdenden. Het tijdvak van de vredelievende gedachtenwisseling wordt geopend; men eindigt met een vergelijk; iets, dat eene verovering van louter vorm zou schijnen, wordt door de arbeidstakers verkregen, te beginnen van den eersten Januari 1872; de dag van negen uren zal de normale arbeidsdag van de werktuigkundige daglooners zijn. De normale dag zal door de arbeidgevers nog soms verlengd kunnen worden, maar het normale karakter wordt erkend; het is eene wet, die vasten voet krijgt.
      Daarna neemt de beweging der negen uren eene zoo groote snelheid aan, dat het moeilijk is er den voortgang van de volgen.
      Gedurende de werkstaking van Newcastle kan men reeds een gewichtig verschijnsel waarnemen: de gordel of oppervlakte, waarover de beweging zich uitbreidt, is grooter geworden; naast de werktuigmakers van Stockton, welke die van Newcastle hebben nagevolgd, treft men vooral in Yorkshire een groot getal openbare vereenigingen aan, waarin de wolwerkers, de kleedermakers, de ververs van geweven stoffen, zelfs de molenaars, over het beginsel der negen uren beraadslagen en het aannemen. Ik spreek niet van de mijnwerkers, wier streven hetzelfde is, maar die de hervorming najagen langs andere wegen; de meetings in massa in het bosch van Dean en te Middlesborough, die na menige andere komen; eindelijk de samenkomst der gevolmachtigden van alle mijndistricten te Manchester – allen eischen een onmiddellijken wetgevenden maatregel, die den arbeid der kinderen van twaalf tot zestien jaren beperkt tot acht uren. Deze maatregel moet, volgens de meening van de mijnwerkers, vanzelf zijne heilzame uitwerking uitstrekken tot alle volwassenen, gelijk gebeurd is in alle fabriekdistricten. Zij verklaren het bovendien ronduit in de besluiten, die zij bij stemming hebben aangenomen.
      De werkstaking heeft nauwelijks een einde genomen, of het stelsel zegeviert, één voor één in al de graafschappen van het noorden en het midden van Engeland; de meeste werktuig-ateliers van Northumberland, van Durham en van Yorkshire nemen het onmiddellijk aan; het graafschap Lancaster volgt, maar trager; in Staffordshire en Warwickshire, te Wolverhampton en te Birmingham maakt de hervorming onophoudelijk vorderingen; een weinig later zal zij hare stralen uitschieten in de graafschappen Lincoln, Norfolk, Suffolk, Bedford en Essex; zij staat voor de poorten van Londen, en reeds vereenigen en roeren zich al de werktuigmakers in Engelands hoofdstad; zij gaat langs den afgelegden weg terug om Schotland op te wekken, dat de eerste en krachtigste pogingen van de timmerleieden heeft aanschouwd; zij brengt Berwick, Glasgow, Edinburg in beweging; zij sleept, den een na den ander, de arbeiders der spoorwegmaatschappijen mede. Zij maakt zich daarop meester van nieuwe nijverheidstakken; men ziet, bij voorbeeld, te Leeds de rijtuigmakers, de boekbinders, de letterzetters, te Birmingham de wapensmeden en de vervaardigers van stalen pennen, in de noordelijke streken de arbeiders in eenige fabrieken van tapijten, papier en scheikundige voortbrengselen, te Sheffield die in de werktuiglijke zagerijen den normalen werkdag verkrijgen, en reeds te Wigan vorderen de wolspinners dezelfde beperking.
      Dat zijn de onmiddellijke gevolgen der arbeidstaking van Newcastle, waarvan de invloed steeds toeneemt. Als de Engelsche staatshuishoudkundigen met zelfbehagen becijferen, wat deze werkstaking den arbeiders gekost heeft, denken zij dan wel aan de tallooze vreedzame overwinningen, die zij moest verzekeren? Hebben bovendien al de Engelsche werklieden te zamen niet voorzien in den nood van de werkstaker? En de zware offers, die ieder hunner zich heeft opgelegd, hebben hem den normalen werkdag van negen uren bezorgd of zullen hem die vroeger of later bezorgen.
      In Noord-Duitschland heeft het socialisme twee voorname brandpunten: het eene in het midden, de stad Berlijn, het andere in het zuiden, de nijverheidsdistricten van Saksen. Van daar zal men de hervorming hare stralen zien uitschieten. Zij wordt sinds lang geëischt door de moedige pers der Duitsche werklieden, en een uitstekend Duitsch socialist heeft op het vraagstuk der werkuren het helderste licht doen schijnen.
      In het Duitsche rijk vordert men tegenwoordig den werkdag van tien uren; de gemiddelde werkdag is er dan ook langer in duur gebleven dan in Engeland. Gelijk in Engeland zal de worsteling een aanvang nemen bij hen, die de nijverheid van het bouwen beoefenen.
      Den 17en Juli staken de metselaars te Berlijn den arbeid, eene vermindering van één uur werkens eischende; het getal metselaars, die den kamp hebben aanvaard, is 7 tot 8000; hunne »patronen” hebben zich eveneens onderling verbonden. Deze arbeidstaking zal op den vooruitgang van den Duitschen dagloonersstand gelijken invloed hebben als die van de timmerlieden te Newcastle op den Engelschen. Zij ondervindt weldra den schitterenden bijval van al de Duitsche arbeiders; te Berlijn verklaren de volksvergaderingen, die tot 8000 deelnemers tellen, dat het voor al de werklieden een plicht is de metselaars te ondersteunen; de Duitsche coöperatieve vereeniging der bouwlieden verbindt zich de arbeidstaking met geld te schragen; weldra stelt het congres der werklieden-vereenigingen, dat te Dresden plaats vindt, den dag van tien uren op het programma der volkseischen.
      Het ontbreekt den tijdperken der arbeidstaking niet aan eene hooge mate van belangrijkheid; tegen het eind van Juli hebben verscheidene »patroons” in de voorwaarden van de werklieden toegestemd, en de arbeid is in hunne werkplaatsen hervat geworden, als wanneer hunne metselaars weder gezamenlijk den arbeid laten liggen, om al de ondernemers spoediger tot onderhandeling te bewegen. Deze wreken zich, niet door de arbeidstakers te treffen, maar door zich te verbinden, het aantal schrijnwerkers te verminderen, om dezen aldus te beletten, de metselaars te ondersteunen; van zijne zijde treedt het Bewind tusschen beiden; het wil soldaten van het staande leger dwingen, den arbeid aan eene in den steek gelaten kazerne voort te zetten; de soldaten weigeren, gemeene zaak makende met de werklieden. Intusschen heeft het comité der arbeidstaking, het Verbond der negen uren gedurende de arbeidstaking, Newcastle navolgende, voor een gedeelte der daglooners werk gezocht in andere steden, teneinde het getal te verminderen van hen, die men het geld moet bijstaan; in de laatste dagen der werkstaking te Newcastle bleven er slechts tweeduizend zonder werk; te Berlijn blijven er nu slechts vijfduizend over. Deze omstandigheid heeft gunstig teruggewerkt op den stand der loonen van de metselaars in deze stad.
      Gedurende de arbeidstaking te Berlijn, heeft de beweging zich voortgeplant in verscheidene steden van Duitschland, zooals onder de metselaars te Glogau, te Hannover, te Königslutter; zij dringt reeds in de eerste dagen van Augustus door in de meubelnijverheid. De meubelmakerij is een der gewichtigste nijverheidstakken van Berlijn, en de meubelmakers-vereenigingen zijn er op merkwaardige wijze ingericht. Hunne arbeidstaking duurt meer dan twee maanden, en eindigt met een bijna algemeen gunstigen uitslag; sinds des 23en Sept. hadden 275 »patroons” schriftelijk toegestemd in de voorwaarden van de werklieden. Deze arbeidstaking heeft die van de piano-makers te Brunswijk ten gevolge. – De arbeidstaking der metselaars te Berlijn heeft dezelfde uitkomst voortgebracht, als die der timmerlieden te Newcastle: zij heeft een groot getal werklieden van allerlei nijverheidstakken in staat gesteld, spoedig, zelfs zonder strijd, den werkdag van tien uren te verkrijgen. Te Berlijn wordt de normale werkdag binnen weinig tijds algemeen, niet alleen in de bouwnijverhetd maar ook in de kleinere afdeelingen; hij wordt ingevoerd onder verschillende groepen kleermakers, mandenmakers, letterzetters, boekbinders. In Nov zullen wij het Congres der Berlijnsche associaties de krachten der kleine nijverheidstakken zien vereenigen en hunne pogingen voor een werkdag van negen uren besturen. Ditmaal schiet de hervorming eveneens hare stralen naar buiten; in de groote steden van Oost-Pruisen, dat tot dusverre slechts weinig lust tot meedoen had getoond, heeft men nu de werkstaking van de metselaars, timmerlieden en leerlooiers te Koningsbergen, van de schoenmakers te Memel, Elbing en Dantzig; Pommeren doorloopende en naar het westen voortschrijdende, neemt men te Hamburg de spanning onder de meubelmakers waar; men is getuige van den triomf van enkele vereenigingen, onder andere van de boekbinders; noordwaarts opgaande, treft men in Holstein, te Kiel, de arbeidstaking van de timmerlieden aan. Naar het midden van Duitschland terugkeerende, woont men te Brandenburg de arbeidstaking van de wevers bij; in het zuidwesten, in Hessen-Darmstadt, ziet men te Offenbach de arbeidstaking van de portefeuille-makers met goeden uitslag bekronen; nog meer zuidwaarts, in Wurtemburg, roepen de openbare vergaderingen te Stuttgart het beginsel van de


[2]


tien uren uit; reeds in de maand Juli hadden de werklieden-maatschappijen voor onderricht in dit land zich verklaard voor den normalen werkdag; oostwaarts, in Beieren, dringt de hervorming zich op in verscheidene nijverheidstakken te Augsburg, te Nürnberg en te Munchen; zoo wij Saksen doorkruisen, waar de beweging de werktuigmakers medesleept, en Silezië bereiken, zien wij zelfs de vrouwen beantwoorden aan de roepstem van het overige Duitschland; de werksters in eene spinnerij te Allwasser, verlangen de beperking van haren werkdag tot tien uren.
      De beweging van de werktuigmakers te Chemnitz, en van de arbeiders aan de spoorwegen, vooral in Hessen-Darmstadt, sluit zich te gelijk aan bij de algemeene beweging in Duitschland, en bij de Europeesche beweging, die de arbeidstaking van Newcastle heeft medegedeeld aan de nijverheid der werktuigen. Deze is niet, gelijk de voornaamste takken der bouwnijverheid, onttrokken aan de Europeesche mededinging. Den 28en October, veertien dagen na de hervatting van de werkzaamheden te Newcastle, staken de machine-makers in de negentien werkplaatsen van Chemnitz hunnen arbeid.
      Chemnitz moest het Newcastle van Duitschland zijn; maar de Saksische werktuigmakers, die een even stouten en even wettigen strijd ondernamen, hadden de buitengewone voordeelen der Engelschen niet, om den arbeidgevers eene even degelijke organisatie te kunnen tegenoverstellen en het getal geldelijk te ondersteunen werkstakers met bijna drie vierden te kunnen verminderen.
      Er is wellicht geen land in Europa, waar de bespreking van het getal werkuren op meer methodieke wijze is nagejaagd geworden dan in Oostenrijk. Gelijk in Noord-Duitschland, wil de dagloonersstand aldaar den normalen werkdag van tien uren. De beweging heeft tot brandpunt Weenen; van daar schiet zij hare stralen noord- en westwaarts uit, naar Boheme, Moravië en Beneden-Oostenrijk. Te Weenen zijn de arbeidersvereenigingen even talrijk en even krachtig georganiseerd als in eenige plaats van Engeland; zij zijn bovendien zeer verlicht en hunne maatschappijen voor onderling onderricht zijn talrijk. Wij zullen de Weener werklieden door deze machtige organisatie zien zegevieren over alle hinderpalen, zelfs over den meest te duchten: het verbond der »patroons”. Het grootste gedeelte van het jaar 1871 wordt gewijs aan gedachtenwisselingen over de hervorming, de arbeidstakingen zijn buitengewoon zeldzaam, maar de beweging staat niet stil.
      In Juni wenden de vereenigingen der kleine nijverheid zich tot het Bewind en verzoeken eene wettelijke vaststelling van den werkdag; hun verzoek wordt niet ingewilligd. De houding van het Bewind lokt eene toeneming van de spanning uit; men ziet daarna de openbare vergaderingen elkander opvolgen en meer en meer algemeen worden, de corporaties, de eene na de andere, toetreden tot het beginsel van den normalen werkdag en zich vormen tot meer en meer dichte federaties; reeds hebben enkele hoofden van nijverheidsondernemingen gezwicht voor de eischen der werklieden, maar deze voelen zich sterk genoeg om gezamenlijk te handelen en verhaasten de ontknooping; te beginnen met de maand Sept. ziet men eene reeks van arbeidstakingen elkander opvolgen, die der mandenmakers, der piano-makers, der wandelstok-draaiers; maar geene enkele heeft den weerklank, noch het indrukwekkende, noch de dramatische ontwikkeling, noch den duur der groote arbeidstakingen in Engeland en op het vasteland; bijna alle worden met gunstigen uitslag bekroond, en deze uitslag heeft het onmiddellijke toegeven van een zeer groot aantal hoofden van nijverheidsondernemingen ten gevolge. Dat is een verschijnsel, hetwelk wij hebbe waargenomen in Engeland en Duitschland. Men kan zeggen, dat te Weenen de normale werkdag van algemeener toepassing is dan in eenig ander land.
      Uit Weenen heeft de hervorming zich verspreid in Beneden-Oostenrijk Salzburg, in Moravië te Brünn; in Boheme roeren de werklieden overal, waar de politie de vrijheid van vergadering slechts eenigszins eerbiedigt, het vraagstuk der werkuren.


      Br, 14 April, ’72.


R. v. E.


(Wordt vervolgd).