Tubantia/Jaargang 40/Nummer 140/Over de spelen in 't algemeen en het spel Go in 't bijzonder

Uit Wikisource
‘Over de spelen in ’t algemeen en het spel Go in ’t bijzonder’ door L. de Pfaundler
Afkomstig uit Tubantia, donderdag 30 november 1911, 3e blad, [p. 1]. Publiek domein.
[ 3e blad, 1 ]

Over de spelen in ’t algemeen en het spel Go in 't bijzonder,

door

Prof. L. de Pfaundler (Graz).


 Een met werk beladen en werkzaam mensch heeft telkens rust noodig, opdat het organisme zich kan herstellen. Ook de geestelijke arbeid kan niet te lang worden voortgezet zonder gevaar. Maar de manier van het rusten is geheel verschillend naar gelang de omstandigheden en het verschil der menschen. Er bestaan menschen, welke in ’t geheel niet zonder een of ander bezigheid kunnen zijn. De eenzame onthouding van alle bezigheid is vervelend en onduldbaar voor alle intellectueele menschen. Dezulken vragen slechts om verandering van bezigheid. ’t Is voldoende, als andere deelen van het hersenstelsel worden bezet, welke tot dusver in een betrekkelijke rust bleven. Zoo zien wij, dat sommige geleerden ’s avonds gaarne een theater of concert bezoeken; anderen gaan naar de societeit, waar men converseert of speelt. Het is een feit, dat zulke afleidingen beter de herwinning van het arbeidsvermogen bewerken dan enkel de rust. Dit bewijst de ervaring, daar men na zulk een verstrooiïng beter slaapt dan wanneer men gedurende de poging, om in te slapen, nog bezig gehouden wordt door de gedachten over den gemaakten of te maken arbeid.
 De spelen, welke men uitkiest voor de verstrooiïng, zijn niet van gelijke waarde. Uit het oogpunt van gezondheid, zijn voor de menschen met een zittende levenswijze die spelen aanbevelenswaardig, door welke het lichaam zich kan bewegen in de vrije lucht. B[.]v. het lawn-tennisspel, het voetbalspel etc. Wanneer het weder dit niet toelaat, of gedurende een lange winterperiode, dan heeft men het schoone spel van het biljarten. Het kaartspel, dat gewoonlijk wordt gedaan met winst of verlies van geld, is dikwijls zeer opwindend, inplaats van kalmeerend te zijn. Bovendien ruïneert dit spel dikwijls den deelnemer, wanneer hij niet het kalme temperament bezit, om te groote verliezen te vermijden. ’t Is niet plezierig veel geld te verliezen, en ook de winst verblijdt niet, wanneer men bedenkt, dat de vriend bedroefd is door het verlies. Daarom zijn die spelen verkiezenswaardig, aan welke geen winst of verlies van geld verbonden is.
 Onder de spelen, die men bordspelen noemt, wordt het schaakspel gehouden voor het edelste. Maar dikwijls hoort men de meening, dat zulk spel te vernuftig en te vermoeiend is, om als rust voor den geest te dienen. Men blameert de menschen, welke zich beroepsmatig bezighouden met dit spel. Men zegt, en niet geheel onjuist, dat menschen, die den geest op zulk een wijze willen inspannen, beter hunne moeite zouden kunnen aanwenden voor het verrichten van arbeid, dat een of ander winst voor de menschheid bracht.
 Ook wij, ofschoon bewonderende de uitmuntende effecten van de meesters in dit spel, kunnen de beroepsmatige bezigheid hiervan niet prijzen. Maar ’t is niet noodig dit na te volgen; men kan het schaakspel zoodanig spelen, dat het den geest niet kwelt en dat het spel werkelijk spel blijft, zoodat het den geest herstelt, die vermoeid geworden is door andere werkzaamheden. ’t Is slechts noodig, dat men spele zonder een aandrijvenden hartstocht, met een kalm temperament.
 Voor menschen, die een spel verkiezen dat minder vermoeit, maar echter niet minder vernuftig is, bevelen wij het Japansche spel Go aan, waarover wij een boekje uitgaven in de taal Ido. (Men moet Go en Gobang niet met elkaar verwarren.) Onze geestverwanten kunnen dus een amusant spel vereenigen met oefening in Ido. Het spel Go is een bordspel, evenals het schaakspel, maar geheel verschillend in principen en regelen.
 De steenen, in den vorm van zwarte en witte lenzen, hebben geenszins een verschillenden vorm; ze worden niet in den aanvang geplaatst, om ze daarna te verschuiven. Men plaatst de steenen gedurende het spel, afwisselend, op een of andere plaats, waar men wil. Daar blijven ze staan, althans indien ze niet als „dood gemaakt” worden weggenomen door den tegenstander, wanneer ze geheel en al ingesloten zijn. De regelen van het spel zijn zeer eenvoudig, en in eenige minuten te leeren. In het begin schijnt het spel zeer simpel en naïf, bijna kinderachtig, de handelingen schijnen eentoniger dan bij het schaakspel; maar wanneer men het herhaaldelijk speelt, dan bemerkt men langzamerhand, dat dit spel onuitputtelijke fijnheden en uitgestrekte combinaties heeft. De meesters in dit spel, die ook het schaken kennen, verzekeren, dat het nog vindingrijker en dieper is dan dit spel; maar alleen een lange oefening leidt tot deze kennis. Zoo het schaken gelijk is aan den antieken oorlog van de Grieken en Trojanen, waarin de helden, afzonderlijk strijdende, voor hunnen koning vallen, het spel Go is meer een nabootsing van den modernen oorlog, in welke de operaties van de massa, de sterke stellingen en vooral de goed voorbereide omsingeling het succes geven. Dat, wat het spel Go het meest interessant maakt, is de zeer hooge ouderdom. Het is het oudste spel, dat men kent, want, zooals men kan bewijzen met oude Chineesche geschriften, is dit spel minstens 3680 jaren oud. ’t Is duidelijk, dat alleen een zeer vernuftig spel zoo’n langen tijd kon blijven bestaan. Uitgevonden in China, werd het omstreeks 154 na Christus overgebracht naar Japan, waar het een zeer groote reputatie verwierf bij alle ontwikkelde menschen. Van 1603 tot 1868 bestond er zelfs een speciale Academie met 4 openbaar gesalarieerde professoren, die cursussen gaven, de meesters bevorderden en ze rangschikten in 9 rangen. Er bestaat in Japan een omvangrijke litteratuur en er verschijnen speciale bladen over bet spel Go. De principen en regelen van het spel werden voor het eerst gepubliceerd in de Duitsche taal door Dr. Korschelt, ambtenaar bij de Duitsche ambassade, die het spel leerde van den eminenten Japanschen meester Murase Shuko in Jokohama. Ook bestaat er een klein boekje van den overleden mathematicus R. Schurig. Ons Ido boekje is een nieuw en meer gedetailleerde behandeling van ons Duitsch boek, dat bij Teubner verscheen (1908).
 Het spel Go is in Europa nog weinig verbreid; persoonlijk kennen wij slechts pl.m. 50 spelers in Duitschland en Oostenrijk.
 De winter nadert. De geestverwanten (Idisten) komen ’s avonds bijeen. Wij noodigen hen uit, dit spel te probeeren met behulp van ons boekje. Wij zijn overtuigd, dat de spelers, na overwinning van de aanvankelijke moeilijkheden, spoedig veel plezier zullen vinden in dit spel en tegelijkertijd zullen profiteeren van onze taal. Wij zijn steeds bereid, er meerdere inlichtingen over te geven.

 Uit de internationale taal Ido overgezet door

P. Wegman.