[ 2 ]— Z. M. heeft, overwegende dat het bijzonder voor de miliciens der lichting van 1863, van de onbereden corpsen, die in het volgend jaar ontslagen wordende voor een groot gedeelte in de schutterijen zullen komen, hoogst nuttig is dat zij nog gedurende eenige weken in den wapenhandel geoefend en tevens met de behandeling van het achterlaadgeweer bekend worden;
Bij besluit van 2 dezer: 1. Den Minister van Oorlog gemachtigd om tegen den 5. September aanst., de milicienverlofgangers der lichting van 1863, behoorende tot het regiment grenadiers en jagers, de acht regimenten infanterie, de drie regimenten vesting-artillerie, het corps pontonniers en het bataillon mineurs en sappeurs, in werkelijke dienst op te roepen; 2. behaald dat de voormelde manschappen voor zooveel zij ten behoorlijken tijd opkomen vóór of op den 14. October daaraanvolgende weder met onbepaald verlof naar hunne haardsteden zullen worden teruggezonden.