Verdrag van Lissabon/Deel II/Derde deel/Titel XVII
← DERDE DEEL, TITEL XVI TRANSEUROPESE NETWERKEN | DEEL II - VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE van Europese Unie
DERDE DEEL HET BELEID EN INTERN OPTREDEN VAN DE UNIE, TITEL XVII INDUSTRIE |
DERDE DEEL, TITEL XVIII ECONOMISCHE, SOCIALE EN TERRITORIALE SAMENHANG → |
TITEL XVII INDUSTRIE[bewerken]
Artikel 173
(oud artikel 157 VEG)
1. De Unie en de lidstaten dragen er zorg voor dat de omstandigheden nodig voor het
concurrentievermogen van de industrie van de Unie, aanwezig zijn.
Hiertoe is hun optreden, overeenkomstig een systeem van open en concurrerende markten, erop
gericht:
- de aanpassing van de industrie aan structurele wijzigingen te bespoedigen;
- een gunstig klimaat voor het ontplooien van initiatieven en voor de ontwikkeling van ondernemingen in de gehele Unie, met name van het midden- en kleinbedrijf, te bevorderen;
- een gunstig klimaat voor de samenwerking tussen ondernemingen te bevorderen;
- een betere benutting van het industriële potentieel van het beleid inzake innovatie, onderzoek en technologische ontwikkeling te stimuleren.
2. De lidstaten plegen, in verbinding met de Commissie, onderling overleg en coördineren, voor zover nodig, hun activiteiten. De Commissie kan initiatieven nemen om deze coördinatie te bevorderen, met name initiatieven om richtsnoeren en indicatoren vast te stellen, de uitwisseling van beste praktijken te regelen en de nodige elementen met het oog op periodieke controle en evaluatie te verzamelen. Het Europees Parlement wordt ten volle in kennis gesteld.
3. De Unie draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van lid 1 door middel van haar
beleid en optreden uit hoofde van andere bepalingen van de Verdragen. Het Europees Parlement en de
Raad kunnen volgens de gewone wetgevingsprocedure na raadpleging van het Economisch en Sociaal
Comité specifieke maatregelen vaststellen ter ondersteuning van de activiteiten die in de lidstaten
worden ondernomen om de doelstellingen van lid 1 te verwezenlijken met uitsluiting van enige
harmonisering van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten.
Deze titel verschaft geen grondslag voor invoering door de Unie van maatregelen waardoor de
mededinging kan worden vervalst of die belastingbepalingen of bepalingen betreffende de rechten en
belangen van werknemers inhouden.