Verdrag van Lissabon/Deel II/Vijfde deel/Titel VII
← VIJFDE DEEL, TITEL VI BETREKKINGEN VAN DE UNIE MET INTERNATIONALE ORGANISATIES, MET DERDE LANDEN EN DELEGATIES VAN DE UNIE | DEEL II - VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE van Europese Unie
VIJFDE DEEL EXTERN OPTREDEN VAN DE UNIE, TITEL VII SOLIDARITEITSCLAUSULE |
ZESDE DEEL, TITEL I, Hoofdstuk 1 De instellingen → |
TITEL VII SOLIDARITEITSCLAUSULE[bewerken]
Artikel 222
1. De Unie en de lidstaten treden uit solidariteit gezamenlijk op indien een lidstaat getroffen wordt
door een terroristische aanval, een natuurramp of een door de mens veroorzaakte ramp. De Unie
maakt van alle tot haar beschikking staande instrumenten, waaronder de door de lidstaten ter
beschikking gestelde militaire middelen, gebruik om:
- a) — de dreiging van het terrorisme op het grondgebied van de lidstaten te keren;
- — de democratische instellingen en de burgerbevolking tegen een eventuele terroristische aanval te beschermen;
- — op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand te verlenen in geval van een terroristische aanval;
- b) op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand te verlenen in geval van een natuurramp of van een door de mens veroorzaakte ramp.
2. Een lidstaat die getroffen wordt door een terroristische aanval, een natuurramp of een door de mens veroorzaakte ramp, wordt op verzoek van zijn politieke autoriteiten door de andere lidstaten bijstand verleend. De lidstaten coördineren daartoe hun optreden in het kader van de Raad.
3. De toepassing door de Unie van deze solidariteitsclausule wordt geregeld bij een besluit, dat
door de Raad op gezamenlijk voorstel van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie
voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid wordt vastgesteld. Indien dit besluit gevolgen heeft op
defensiegebied, besluit de Raad overeenkomstig artikel 31, lid 1, van het Verdrag betreffende de
Europese Unie. Het Europees Parlement wordt geïnformeerd.
In het kader van dit lid en onverminderd artikel 240 wordt de Raad bijgestaan door het politiek en
veiligheidscomité met ondersteuning van de structuren die in het kader van het gemeenschappelijk
veiligheids- en defensiebeleid zijn ontwikkeld, en door het comité van artikel 71, welke comités hem in
voorkomend geval gezamenlijke adviezen verstrekken.
4. Teneinde de Unie en haar lidstaten in staat te stellen doeltreffend op te treden, evalueert de Europese Raad regelmatig de dreigingen waarmee de Unie wordt geconfronteerd.