Naar inhoud springen

Wetboek van Strafregt (1867)/Tweede boek

Uit Wikisource

[ 22 ]

TWEEDE BOEK.

LIVRE II.

Van de wegens misdaden of wanbedrijven strafbare, verschoonbare, of aansprakelijke personen.

Des personnes punissables, excusables ou responsables, pour crimes ou pour délits.



(vastgesteld den 18 van sprokkelmaand 1810, afgekondigd den 23 derzelfde maand).

(loi décrétée le 18 février 1810, promulguée le 23 du même mois).

EENIGSTE HOOFDSTUK.

CHAPITRE UNIQUE.

59. De medepligten aan een misdaad of wanbedrijf zullen met dezelfde straf gestraft worden als de hoofddaders zelven; behoudens de gevallen, waarin de wet anders bepaald zou mogen hebben. 59 Les complices d'un crime ou d'un délit seront punis de la même peine que les auteurs mêmes de ce crime ou de ce délit, sauf les cas où la loi en aurait disposé autrement.
(Zie art. 63, 198, 292, 313, 317, 380).
60. Als medepligtige aan een feit, met den naam van misdaad of wanbedrijf bestempeld, zal gestraft worden, wie door gaven, beloften, bedreigingen, misbruik van gezag of magt, of ook door listige en schuldige kunstenarijen, iemand tot dat feit uitgelokt of opgeruid, of tot het plegen daarvan onderrigt gegeven zal hebben;
Wie wapenen, werktuigen, of welk ander middel ook, dat tot het feit gediend heeft, verschaft zal hebben, met voorweten dat zij daartoe dienen zouden;

Wie des bewust zijnde, den dader of de daders van het feit, in de bedrijven die dienden om het voor te bereiden of te doen gelukken, of in de bedrijven, die het voltooiden, bijgestaan of geholpen zal hebben: behoudens de straffen, bij dit Wetboek bepaald, tegen aanlegers van zamenspanningen, uitlokkingen, of opruijingen ter verstoring van de in- of uitwendige veiligheid van den Staat, zelfs in gevalle de misdaad door de zamenspanners, uitlokkers of opruijers beoogd, niet tot dadelijkheid gekomen mogt zijn.
60. Setont punis comme complices d'une action qualifée crime ou délit, ceux qui, per dons, promesses, menaces, abus d'autorité ou de pouvoir, machinations ou artifices coupables, auront provoqué à cette action, ou donné des instructions pour la commettre;
Ceux qui auront procuré des armes, des instrumens, ou tout autre moyen qui aura servi à l'action, sachant qu'ils devaient y servir;
Ceux qui auront, avec connaissance, aidé ou assisté l'auteur ou les auteurs de l'action, dans les faits qui l'auront préparée ou facilitée, on dans ceux qui l'auront consommée; dans préjudice des peines, qui seront spécialement portées par le présent Code contre les auteurs de complots on de provocations attentatoires à la sûreté intérieure ou extérieure de l'État, même dans le cas où le crime qui était l'objet des conspirateurs ou des provocateurs n'aurait pas été commis.
Uitgebreid bij art. 1, wet 16 Mei 1829, Stbl. 34.
[ 23 ]
61. Wie, kennis dragende van het misdadig gedrag dergenen, die rooverijen of gewaldadigheden tegen de veiligheid van den Staat, de openbare rust en vrede, aan personen of eigendom plegen, hun bij voortduring, huisverblijf, schuilplaats of vergaderingplaats verschaft, zal als hun medepligtige gestraft worden. 61. Ceux qui connaissant la conduite criminelle des malfaiteurs exerçant des brigandages, ou des violences contre la sûreté de l'État, la paix publique, les personnes ou les propriétés, leur fournissent habituellement logement, lieu de retraite ou de réunion, seront punis comme leurs complices.
62. Wie, met weten, gestolen goederen, of welke bij wege van misdaad of wanbedrijf onderschept of verkregen zouden mogen zijn, in 't geheel of ten deele, geheeld of geborgen zal hebben, zal desgelijks als medepligtige van die misdaad of dat wanbedrijf gestraft worden. 62. Ceux qui sciemment auront reclélé, en tout ou en partie, des chosen enlevées, détournées ou obtenues à l'aide d'un crime ou d'un délit, seront aussi punis comme complices de ce crime ou délit.
63. Echter zal ten aanzien van de helers in het vorig artikel vermeld, de straffe des doods, des eeuwigen dwangarbeids (tuchthuisstraf van vijf tot twintig jaren), of der wegvoering naar een oord van ballingschap, wanneer die plaats zouden mogen vinden, hun niet opgelegd worden, dan voor zoo verre zij overtuigd zullen worden, van ten tijde der heling, kennis gehad te hebben van zoodanige omstandigheden, als waaraan de wet deze drie soorten van straffen verknocht. Des niet, zullen zij de straf van dwangarbeid slechts voor een tijd (tuchthuisstraf van vijf tot vijftien jaren) ondergaan. 63. Néanmoins, et à l'égard des recéleurs désignés dans l'article précédent, la peine de mort, des travaux forcés à perpétuité, ou de la déportation, lorsqu'il y aura lieu, ne leur sera appliquee qu'autant qu'ils seront convaincus d'avoir eu, au temps du recélé, connaissance des circonstances auxquelles la loi attache les peines de ces trois genres: sinon, ils ne subiront que la peine des travaux forcés à temps.
64. Daar is noch misdaad, noch wanbedrijf, zoo wanneer de beklaagde ten tijde van het feit in staat van krankzinnigheid was, of wanneer hij door overmagt gedwongen werd. 64. Il n'y a ni crime ni délit, lorsque le prévenu était en état de démence au temps de l'action, ou lorsqu'il a été contraint par une force à laquelle il n'a pu résister.
65. Geen misdaad of wanbedrijf mag verschoond of de daarop gestelde straf verzacht worden, dan in de gevallen en omstandigheden, waarin de wet het feit verschoonbaar verklaart, of het toewijzen eener min gestrenge straf toestaat. 65. Nul crime ou délit ne peut être excusé, ni la peine mitigée, que dans les cas et dans les circonstances où la loi déclare le fait excusable, ou permet de lui appliquer une peine moins rigoureuse.
[ 24 ]
66. Zoo wanneer de beschuldigde beneden de zestien jaren oud is, zal hij, indien het uitgemaakt is, dat hij zonder oordeel des onderscheids gehandeld heeft, vrijgesproken worden, maar hij zal, naar gelange der omstandigheden, aan zijne nabestaanden terug gegeven, of in een verbeterhuis gebragt worden, ten einde gedurende zoo veel jaar als het vonnis bepalen zal, aldaar opgevoed en in hechtenis gehouden te worden. Hetgeen echter het tijdstip der volkomen bereiking van zijn twintig jaren niet te buiten zal mogen gaan. 66. Lorsque l'accusé aura moins de seize ans, s'il est décidé qu'il a agi sans discernement, il sera acquitté; mais il sera selon les circonstances, remis à ses parens, ou conduit dans une maison de correction, our y être élévé et détenu pendant tel nombre d'années que le jugement déterminera, et qui toutefois ne pourra excéder l'époque où il aura accompli sa vingtième année.
(Zie artt. 119, 136 Wetb. v. Strafv.)
67. Zoo het uitgemaakt is, dat hij met oordeel des onderscheids gehandeld heeft, zullen de straffen uitgewezen worden als volgt:
Indien hij in de doodstraf, de straf van eeuwigen dwangarbeid (tuchthuisstraf van vijf tot twintig jaren), of van wegvoering naar een oord van ballingschap vervallen is, zal hij tot de straf eener tien- of twintigjarige gevangenzetting in een verbeterhuis veroordeeld worden;
Indien hij in de straf van den dwangarbeid voor een tijd (tuchthuisstraf van vijf tot vijftien jaren) of in die van tuchthuis (van vijf tot tien jaren) vervallen is, zal hij tot gevangenzetting in een verbeterhuis veroordeeld worden voor een derde op het minst, en voor de helft op het hoogst, van den tijd, waarvoor hij tot een dezer straffen had mogen veroordeeld worden.
In alle deze gevallen zal hij, bij het vonnis, voor vijf jaren ten minste en ten hoogste voor tien jaren, onder het toezigt der hooge policie gesteld mogen worden.

Indien hij in de straf van de kaak of van uitbanning vervallen is, zal hij tot gevangenzetting in een verbeterhuis voor den tijd van een tot vijf jaren veroordeeld worden.
67. S'il est décidé qu'il a agi avec discernement, les peines seront prononcées ainsi qu'il suit:
S'il a encouru la peine de mort, des travaux forcés à perpétuité, ou de la déportation, il sera condamné à la peine de dix à vingt ans d'emprisonnement dans une maison de correction;

S'il a encouru la peine des travaux forcés à temps, ou de la réclusion, il sera condamné à être renfermé dans une maison de correction pour un temps égal au tiers [au] moins et à la moitié au plus de celui auquel il aurait pu être condamné à l'une de ces peines;

Dans tous ces cas, il pourra être mis, par l'arrêt ou le jugement, sous la surveillance de la haute police, pendant cinq ans au moins et dix ans au plus.
S'il a encouru la peine du carcan ou du bannissement, il sera condamné à être enfermé, d'un an à cinq ans, dans une maison de correction.
Art. 5 wet
29 Junij 54
(De straf der kaak als op zich zelve staande straf — —), is vervangen door eene correctionele gevangenisstraf van drie tot vijf jaren, en ontzetting van de regten, in art. 8 dezer wet (29 Junij 1854) vermeld, voor vijf tot tien jaren.
[ 25 ]
Indien nevens de straf van de kaak geldboete bedreigd is, wordt die met de voormelde straffen toegepast.
68. In geen der gevallen, waarin bij het vorig artikel voorzien wordt, zal de veroordeelde de tepronkstelling ondergaan. 68. Dans aucun des cas prévus par l'article précédent, le condamné ne subira l'exposition publique.
69. Indien de schuldige niet dan in eene der boetstraffen vervallen is, zal hij tot zoodanige boetstraffen veroordeeld mogen worden, als gepast zal bevonden worden, mits deze straffe beneden de helft zij van die welke hij ondergaan zou, zoo hij zestien jaren oud ware geweest. 69 Si le coupable n'a encouru qu'une peine correctionnelle, il pourra être condamné à telle peine correctionnelle qui sera jugée convenable, pourvu qu'elle soit au-dessous de la moitié de celle qu'il aurait subie s'il avait eu seize ans.
70. De straffen van eeuwigen dwangarbeid, van wegvoering naar een oord van ballingschap en van dwangarbeid voor een tijd, zullen tegen niemand gewezen worden, die op het oogenblik dat hij gevonnisd wordt, volle zeventig jaren oud is. 70. Les peines des travaux forcés à perpétuité, de la déportation et des travaux forcés à temps, ne seront prononcées contre aucun individu âgé de soixante-dix ans accomplis au moment du jugement.
71. Deze straffen zullen te hunnen aanzien, door die van het tuchthuis, hetzij voor eeuwig, hetzij voor een tijd, naar den tijd der straf, waarvoor zij in de plaats komt, vervangen worden. 71. Ces peines seront remplacées, à leur égard, par celle de la réclusion, soit à perpétuité, soit à temps, et selon la durée de la peine qu'elle remplacers.
72. Ieder veroordeelde tot dwangarbeid, hetzij dan voor eeuwig, hetzij voor een tijd, zal zoodra hij den volkomen ouderdom van zeventig jaren bereikt zal hebben, daarvan ontheven, en voor den geheelen overigen tijd zijner veroordeeling in een tuchthuis opgesloten worden, als of hij slechts tot het tuchthuis veroordeeld geweest ware. 72. Tout condamné à la peine des travaux forcés à perpétuité ou à temps, dès qu'il aura atteint l'âge de soixante-dix ans accomplis, en sera relevé, et sera renfermé dans la maison de force pour tour le temps à expirer de sa peine, comme s'il n'eût été condamné qu'à la réclusion.
73. De herbergiers en logementhouders, overtuigd van langer dan vier-en-twintig uren iemand geherbergd te hebben, die gedurende zijn verblijf een misdaad of wanbedrijf heeft begaan, zullen bij nalatigheid van op hun register dan naam, het beroep en de woonplaats van den schuldige te boek gesteld hebben, civiliter aansprakelijk zijn wegens de teruggaven, schadevergoedingen en kosten, dengenen toegewezen, aan wien die misdaad of dat wanbedrijfschade heeft toegebragt: onverminderd hunne verantwoordelijkheid in de gevallen van artt. 1952 en 1953 van het Wetboek Napoleon (artt. 1746 en 1747 Burgerlijk Wetboek). 73. Les aubergistes et hôteliers convaincus d'avoir logé plus de vingt-quatre heures , quelqu'un qui pendant son séjour, aurait commis un crime ou un délit, seront civilement responsables des restitutions, des indemnités et des frais adjugés à ceux à qui ce crime ou ce délit aurait causé quelque dommage, faute par eux d'avoir inscrit sur leur registre le nom, la profession et le domicile du coupable, sans préjudice de leur responsabilité, dans le cas des articles 1952 et 1953 du Code Napoléon.
[ 26 ]
74. In de overige gevallen van civiele aansprakelijkheid, die in zaken van lijf-, boet- of policiestraffe zouden mogen voorkomen, zullen de hoven, vierscharen en geregten, voor wie deze zaken gebragt zullen zijn, zich naar de bepalingen rigten, bij het derde boek, vierde titel, tweede hoofdstuk van het Wetboek Napoleon (artt. 1401—1405 van het Burgerlijk Wetboek) uitgedrukt. 74. Dans les autres cas de responsabilité civile qui pourront se présenter dans les affaires criminelles, correctionnelles ou de police, les cours et tribunaux devant qui ces affaires seront portées, se conformeront aux dispisitions du Code Napoléon, livre III, titre IV, chapitre II.
(Zie artt. 231, 233, 253, n°. 4, Wetb. v. Strafv., in verband met art. 56, 2e al. en 44, 4e al. Wet op de Regt. Org. en het beleid der Justitie.)
(Zie art. 375 Wetb. v. Strafv.)