Naar inhoud springen

Pagina:HeimansEli1906MetKijkerEnBus.djvu/53

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

VII.

Gebroken Hartjes.


 

Ze staan weer in vollen bloei, de Gebroken Hartjes in mijn tuin. Dat doen ze nu al jaren achtereen en de planten worden er niet minder op. 't Is een van die dankbare vaste planten, welke, tevreden met een weinigje zon en licht, midden in de groote-stadslucht jaar op jaar ons verrassen door mooie vormen en frissche kleuren. Wie ze nog niet heeft of kent, kan ik aanraden een paar planten te zetten, ze zijn algemeen en goedkoop; de mijne zijn, als ik me goed herinner, van de bloemenmarkt afkomstig; de tuiniers noemen ze ook wel Klitra's, een verbastering van Diëlythra; ze kosten niet veel meer dan een fuchsia of maandroos, en ze hebben een veel interessanter bloemenleven.

Al in 't begin van April komt er werking in de plant; de opkomende stengels hebben in 't begin wel iets van varenkrullen, maar binnen weinig dagen ontplooien zich de bladeren, die zich in vele sierlijke zijblaadjes splitsen. Tusschen de hoogere bladeren schiet in Mei een lange bijna waterpas gerichte bloeistengel uit, waaraan dicht op een de rose hartjes op fijne steeltjes hangen; ze groeien bij den dag; deze knoppen hebben nog de echte traditioneele hartvorm, het suikerhart van den banketbakker; maar er hangt een wit verlengstukje onderaan, waarvan de volkspoëzie een traan