Naar inhoud springen

Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/43

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

43

linkerhelft van den kop naar boven, en zoo draaien het linker oog, het dito neusgat en een deel van den bek mee naar rechts; tot eindelijk na eenige maanden de beide oogen naast elkaar aan den rechterkant staan. Bij enkele soorten van platvisch of bij afwijkingen geschiedt het zelfde naar den linkerkant.

Als men maar weet wat bij een platvisch onder of boven is dan is 't gemakkelijk uit te maken wat rechts of links is. En dat ziet men dadelijk aan de buikvinnen.


Twee rechter oogen.


Daar nu de schol ook meest altijd twee rechter oogen heeft net als de bot, zijn deze twee soorten, vooral wanneer ze dood en verbleekt zijn, alleen daardoor niet te onderscheiden.

Ook de vlekken en de dikte geven geen afdoende kenmerken; maar door den ruitvorm van de schol, die ontstaat doordat de rugvin en de achtervin in 't midden puntig toeloopen, en nog beter door de puntige stekeltjes die alleen bij de bot op de zijstreep staan, zijn beide visschen, ook door de koopsters toch wel uit elkaar te houden.