Pagina:De Katholieke Illustratie vol 001.pdf/195

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

188

DE WERELDTENTOONSTELLING TE PARIS.



Slot.

Maar reeds hier op aarde bezocht de hand Gods den kerkvervolger; gedurende zijne lange regering had hij met allerlei moeijelijkheden te worstelen, en was hij onophoudelijk het doel van listig gesmeede zamenzweringen, terwijl nu hier, dan daar een opstand uitbrak, dien hij met geweld moest beteugelen. De door hem aangestelde predikanten randden hem openlijk van den predikstoel aan, en sommigen namen zelfs deel in eene zamenzwering tegen zijn leven. Uit een droevig, ongelukkig huwelijk sproten nietswaardige kinderen, die hem het leven onaangenaam maakten en Zweden even spoedig ten ondergang voerden, als hij het verheven had.

Is het wonder dat menigeen, die het huis, dat Gustaaf Wasa onder de Dalecarliërs bewoonde en zoo luide spreekt van zijne verfoeijelijke ondankbaarheid, met afschuw voorbij gaat? Wij zullen dien echter trachten te overwinnen en het binnentreden om te zien wat Zweden heeft tentoongesteld. Het inwendige bestaat uit twee ruime vertrekken, die men intreedt door een vestibule, aan beide zijden gedrapeerd met vaandels, waarop fantastische dieren uit de tijden des Heidendoms, toen men ze als goden vereerde, zijn afgebeeld. Eenige treden afgaande komen wij m een wereld van verschillende voorwerpen, oogenschijnlijk ordeloos gegroepeerd; bij een nadere beschouwing ziet men echter, dat bij de rangschikking de meeste naauwkeurigheid is in acht genomen. Langs de muren hangen onbegrijpelijk groote vischnetten, van touw geknoopt, dat hoewel zeer dun, bijzonder sterk is; hier en daar prijken tropheën, zamengesteld uit duizend voorwerpen, bij de vischvangst benoodigd en waarvan alleen de Noordsche volken het gebruik en het doel kennen; want is de vischvangst in vele landen weinig meer dan een tijdverdrijf, in Zweden is zij een der voornaamste middelen van bestaan. Verder ontmoeten wij kleederen, bijna allen uit dierenvellen; die der Dalecarliërs bestaan hoofdzakelijk uit rendiervellen boven de kleederen verheft zich het gewei van het rendier, hetwelk ons herinnert aan het onvermoeide dier, dat in het koude en schrale Noorden den mensch de onwaardeerbaarste diensten bewijst. Onder de netten bevindt zich een reeks van landbouwgereedschappen, zoo als ploegen, stroohakwerktuigen, zaaimachinen, eggen, meelbuilen enz. Een der ploegn heeft een gouden medaille behaald; zij heeft drie ijzers en is bestemd om een hellenden grond ondiep om te bouwen. Ook zien wij hier eenige zaden, de vertegenwoordigers van het graan, dat met veel moeite aan den schralen, steenachtigen, 200 ellen boven de zee liggenden grond ontwoekerd is; de zaden zijn klein, hard en van zeer zuivere smaak. Ook de akkerbouw levert Zweden het touwwerk voor zijne marine; uitgestrekte vlasvelden voorzien volkomen in de behoefte; eene schoone kollectie touw, van koord ter dikte van een speld tot kabeltouw, dat de zwaarste ankers draagt, heeft bronzen medailles en eervolle vermeldingen verkregen. Ook in zaken van aardewerk neemt Zweden een niet ongunstige plaats in; verscheidene voorwerpen trekken onze aandacht. Hier zien wij vazen, potten, pannen van gebakken aarde in onderscheidene kleuren; daar staan modellen van visscherswoningen en allerlei voorwerpen, in de huishouding benoodigd.

Egyptische Tempel. (Parijsche Tentoonstelling.)


Het rijkst is Zweden in mineralen; groote blokken ijzer en koper leeren ons dit, zoowel als verschillende ertsen; ook zeggen ons verschillende monsters steenkool, dat het land kolenmijnen heeft; deze zouden ongetwijfeld rijke opbrengsten leveren, zoo zij naar behooren geëxploiteerd werden.

Op een voetstuk van Steenen van gebakken aarde verheft zich een standbeeld, dat men bij den eersten aanblik zou houden voor den een of anderen Scandinavischen God, maar weldra blijkt een gewonen Neptunus te zijn.

De tweede zaal in het huis van Gustaaf Wasa stelt eene Zweedsche lagere school voor; als wij zeggen, dat het, onderwijs in Zweden op veel lageren trap staat dan dat in Duit,schland en bij ons, kan men zich gemakkelijk de inrigting dier school voorstellen. Het eenige, wat wij willen aanstippen, is dat ieder kind een afzonderlijk tafeltje heeft, in den vorm van een lessenaar, waarin een lade voor de boeken, schriften, pennen enz.

Van Zweden gaan wij naar Rusland; het onmetelijk rijk heeft zijne produkten hoofdzakelijk in het Paleis tentoongesteld; hier in het Park geeft het ons eene voorstelling van zijne huizen, stallen en inrigtingen op de pleisterplaatsen.

De Izba is slechts de woning der landlieden en geeft geen denkbeeld van de prachtige verblijven van den adel en de kooplieden. Zij bestaat uit een enkel vertrek, waarin het huisgezin zich verzamelt om te eten en te slapen rondom den reusachtigen vuurhaard, die het verwarmt.

De Catacomben van Rome. (Parijsche Tentoonstelling.)


Bij de groote heeren daaren tegen vermeerdert het aantal der vertrekken met hunnen rijkdom; men moet soms een twintigtal kamers doorgaan, om bij den heer of de vrouw des huizes te komen. De rustbedden, zich door eene buitensporige weelde kenmerkende, nemen overal de meeste plaats in; men vindt ze onder allerlei vormen: canapés, divans, sofa's enz. Het vertrek, waar men gezelschap ontvangt, is doorgaans het grootst en door latwerk met levendig of kunstgroen in verschillende deelen verdeeld, in elk waarvan zich een groep der bezoekers vergadert om thee te drinken, lotto, of kaart te spelen, welk laatste met het dansen de meest geliefkoosde uitspanningen der Russen zijn. Al heerscht buiten eene koude van 20 of 30 graden, hier vervult eene liefelijke warmte het vertrek, ende prachtige, zoo even geplukte bloemen ziende, waarmede de dames zich getooid hebben, zou men wanen in het midden van den zomer te zijn. Die bloemen zijn gekomen uit de zoo beroemde wintertuinen, waarvan er elk aanzienlijke Rus er een achter zijne woning heeft. Zijn de Russische vrouwen groote vereersters der bloemen, hare echtgenooten ziln hartstogtelijke liefhebbers van paarden. De geringste edelman heeft zoowel zijn stal als de Czaar; de laatste heeft den zijnen in het Park tentoongesteld. Het is een gebouw van ronde balken opgetrokken en rijk met geschilderd of gebeeldhouwd bloemwerk versierd. Twintig paarden hebben er ieder hun afzonderlijke verblijfplaats, die van een volgende door traliewerk gescheien is. Daar de stallen 7 à 8 ellen hoog zijn, is het er steeds frisch en bemerkt men naauwelijks den gewonen geur der paardenstallen. De paarden des keizers behooren tot het ras, dat alleen in de Ukraine wordt aangetroffen, en waarvan de schoonheid in Europa spreekwoordelijk geworden is; het is vlug als de wind en bezit veel gehechtheid aan zijn meester. Een ander beroemd ras is het Finsche; dit heeft zijn grootste nut voor de landlieden; het vervangt den ezel, die het Russische klimaat niet verdragen kan, en doet dezelfde dienst als meester-langoor en is weinig keurig op zijn voedsel. Overigens wordt het ook gebruikt voor de sleden, die in de uitgestrekte Russische steppen zulk een belangrijken rol spelen. De hoogte van den sneeuw bepaalt het aantal paarden, dat men voor de slede spant, zelden gebruikt men er meer dan vier. De paarden kunnen het ongeloofelijk lang uithouden tegen den sneeuwjagt; dit komt den Russen te stade, want soms ontmoeten zij op een afstand van 2 à 300 wersten eerst een posthuis of pleisterplaats, waar zij zich en den paarden eenige rust kunnen geven. Die rust verschaffen zij. zich op een met leder overtrokken divan, soms in gezelschap van andere reizigers, want slaapkamers zijn op de pleisterplaats niet te bekomen en wil men zich ververschen, dan moet men zich vergenoegen met een kop thee, soms met een weinig melk gemengd en eenig mager en hard gevogelte.

Verlaten wij thans het Duitsche kwartier en gaan wij voor het laatst nog een bezoek brengen aan het Fransch gedeelte; daar wij de Fransche expositie reeds tamelijk naauwkeurig in het Paleis hebben beschouwd, zullen wij