 N°. 25. 1867. Zondags-Lektuur voor het Katholieke Nederlandsche Volk
| ||
| UITGEGEVEN DOOR De Administratie van de Katholieke Illustratie St. Jorisstraat. - 's Hertogenbosch. Bij HENRI BOGAERTS, opvolger van P.N. VERHOEVEN Drukker en Boekhandelaar van Z.H. Paus Pius IX. |
ONDER REDACTIE VAN H.A. BANNING en J.W. THOMSON, MET MEDEWERKING VAN Aug. SNIEDERS Jr., Dr. J. Ren. SNIEDERS, den ouden en jongen VALENTIJN en meer andere Katholieke Letterkundigen. |
Elk Vel van 8 pag. kl. fol. kost slechts 6½ Cents. Men teekent in voor een geheelen jaargang bij alle Boekhandelaren en bij de Administratie. |
| INHOUD: Kardinaal Altieri. ― Een blik in Albano. ― De uitvinder van het naaldgeweer. ― De oude zeeman en zijne pleegdochter. ― Achttien eeuwen. ― Geschiedkundige verhalen voor het Katholieke volk van Nederland. ― I. De laatste dagen van Jeruzalem. ― Allerlei. | ||
KARDINAAL ALTIERI.
Zijne Eminentie de Kardinaal Altieri, te Rome geboren den 17 Julij 1805, was een der uitstekendste leden van het H. Kollegie. Mgr. Dupanloup noemt zijnen dood eene eer, maar tegelijk een groot verlies voor de Kerk. Hij behoorde tot eender voornaamste familiën van Rome, was de achterneef van Paus Clemens X en had tot moeder eene der dochters van prins Xaverius van Saksen. Na den post van Pauselijken Nuntius te Weenen bekleed te hebben, maakte de Kardinaal Altieri deel uit van de kommissie van drie Kardinalen, door Z. H. Pius IX benoemd om Rome te besturen, na de inname der stad door het Fransche leger onder bevel van Generaal Oudinot. Op het oogenblik van zijnen dood was hij kamerling van der H. Roomsche Kerk en bekleedde dus de eerste waardigheid na den Paus, want de kamerling is belast met het gouvernement van den Kerkelijken Staat gedurende den tijd, dat na den dood van den Paus de H. Stoel openstaat. Hij was daarenboven Aartspriester der basiliek van St. Jan van Lateranen, aartskanselier der Romeinscbe Universiteit, president der staatskonsulta voor de finantiën enz. enz.
De diep betreurde Kardinaal onderscheidde zich door zijne uitnemende manieren en won ieders hart door zijne zeldzame voorkomendheid, goedheid en minzaamheid. Bij al den adel, welke op zijn eerbiedwaardig gelaat te lezen stond, bewaarde hij in alles een diepen eenvoud, zonder dat de vastheid van zijn karakter er in het minste onder leed. In den afgeloopen zomer stelde hij even als in 1862 zijn paleis te Rome ter beschikking der Bisschoppen, die bij gelegenheid der feesten in de H. Stad vertoefden. In dat paleis werden de bijeenkomsten der Bisschoppen gehouden, om het beroemde Adres aan Zijne Heiligheid op te stellen. „Ik herinner mij,” verhaalt Mgr. Dupanloup, „nog altijd een woord, door hem in een der voorloopige bijeenkomsten gesproken, hetwelk ons duidelijk de wijsheid en de gematigdheid doet zien van zijnen geest. „Het Adres,” aldus luidde dat woord, „mag niemand kwetsen. Het moet eenvoudig, waardig en hartelijk zijn; eene akte van liefde jegens den H. Vader.”
Kardinaal Altieri. † 11 Augustus 1867
Doch laten wij ons minder met het leven dan met den dood van den beroemden Kardinaal bezighouden, want zijn dood was nog roemvoller dan zijn leven. Immers hij stierf te Albano, toen in den afgeloopen zomer de cholera de vreeselijkste verwoestingen in die kleine stad aanrigtte; hij stierf daar te midden zijner kudde, want hij was Bisschop van Albano, en zijn dood maakte hem ontsterfelijk, want hij viel als slagtoffer — laat ons beter zeggen — als martelaar zijner heldhaftige liefde.
Albano wordt teregt onder de schoonste en vooral gezondste plaatsen van Italië geteld. Elken zomer komen er vele aanzienlijke personen de lusthuizen betrekken, welke men daar in groote menigte vindt. Doch nooit was de toevloed zoo groot als dit jaar: want bijkans op ieder plekje gronds van het Italiaansche schiereiland woedde de cholera, en Albano was vrij niet alleen, maar zelfs ook in vorige jaren nooit door die ziekte bezocht. Men waande zieh dus te Albano veilig, leefde er in volle gerustheid en dreef er bij meer dan eenen maaltijd met de cholera den spot. In den namiddag echter van een der eerste dagen van Augustus doen zich eensklaps vier choleragevallen voor. Men telt het niet. Dienzelfden nacht steekt een hevige storm op, en als hadde deze den geesel Gods over de stad
