De Katholieke Illustratie/Jaargang 1/Nummer 13/Mineraalbronnen

Uit Wikisource
Het kongres van Mechelen Mineraalbronnen (1867)

De Katholieke Illustratie, jrg. 1, nr. 6 (1867), p. 104.

Bereiding van goudinkt
Uitgegeven in 's-Hertogenbosch door Administratie van de Katholieke Illustratie (uitg. door Henri Bogaerts).

[ 104 ]MINERAAL BRONNEN verschillen van de gewone door haar min of meer groot gehalte aan zouten, velen bovendien nog door een hoogeren warmtegraad. De koude mineraalbronnen worden krenen, de warme en laauwe thermen en chliaren genoemd. Het mineraal-water heeft zijne zouten te danken aan het uitloogen van onderaardsche zoutlagen. Den warmtegraad ontvangen de bronnen door de snelle opwelling van het water uit de diepte der aarde, alwaar deze een hoogen graad van warmte heeft. De mineraalbronnen kunnen als volgt verdeeld worden. 1°. De indifferente heilbronnen of ahratopegen, aan zouten arme en warme akratopegen zijn Gastein, Teplitz, Plombières, Matlock, enz. 2°. De keukenzoutbronnen bevattende chloor-natrium (keukenzout); warme zijn Wiesbaden en Baden-Baden, koude Kissingcn, Homburg en Soden. Soolen noemt men aan keukenzout rijke bronnen als Ischl, Reichenhall, Wittekind. 3°. De jodium- en bromiunhoudende bronnen als te Adelheids, Krankenheil, Kreuznach, Hall (Oostenrijk), Elmen. 4°. De Zuurlingen die een sterk gehalte koolzuur met, bovendien gewoonlijk koolzuren natron of keukenzout bevatten: Selter, Gleichenberg, Bilin, Fachingen, Vichy (met zeer veel dubbel koolzuren natron), Ems. 5°. De bitterbronnen als te Seidschütz, Seidlitz, Pullna houden vooral zwavelzure magnesia (bitterzout). 6°. De Glauberzoutbronnen houden veel zwavelzuren natron (Glauberzout) als Mariënbad, Karlsbad. 7°. De zwavel- of zwavelwaterstofbronnen houden zwavelstof; warme zijn te Aken, Baden bij Weenen en Baden in Zwitserland; koude in Neundorf, Eilsen, Weilbach. 8°. De ijzerbronnen houden veel dubbelkoolzure ijzeroxydule als te Pyrmont, Drieburg, Spa, Steven; men heeft nog ijzer-zout en ijzer-zuurlingbronnen. Het doel, waartoe men de mineraalwateren gebruikt, is veelvuldig, als tot baden, drinken, inademen enz.; er is bijna geene ziekte waartoe dit of dat water niet gebruikt wordt. De Balneologie is de medicinische wetenschap der baden. Sedert 1820 heeft men begonnen het mineraal water door kunst na te maken, en men heeft het met behulp der scheikunde zoover gebragt, dat het kunst-mineraal water dezelfde eigenschappen bezit als het natuurlijke. Het nevenstaande is eene afbeelding van een toestel tot het maken van mineraal water. Dit toestel vereenigt in zich vele voordeelen, het is tevens een zoogenaamd pomp- en een zelfontwikkelend toestel.

De Saturateur (regts van den gazometer) wordt met de ingrediënten (de zouten) gevuld; de daaruit, ontwikkelende gassen stijgen in de waschvaten en van daar worden zij naar den gazometer geleid. Uit deze voert een guta-perchabuis de gas naar de globe of den bol. Het in een reservoir zich bevindende water kan nu door het gas bezwangerd worden en is alsdan het, verlangde kunst-mineraal water, dat door doelmatig ingerigte kranen in de siphons of andere flesschen met kracht ingeperst wordt. Op de heilzame geneeskracht der minerale wateren, zoo als eau de Vichy, eau gazeuse, Fachingen, Geilnau, Schwalbach, Staalwater, Selters enz. komen wij welligt eens terug.

Toestel tot bereiding van kunst-mineraalwater.