De Katholieke Illustratie/Jaargang 1/Nummer 26/Statistiek over groote veldslagen

Uit Wikisource
Bijdrage tot de geschiedenis der spiegels Statistiek over groote veldslagen (1867) door onbekend auteur

De Katholieke Illustratie, jrg. 1, nr. 27 (1868), p. 208.

Nieuwe verbeterde kurketrekker
Uitgegeven in 's-Hertogenbosch door Administratie van de Katholieke Illustratie (uitg. door Henri Bogaerts).

[ 208 ]STATISTIEK OVER GROOTE VELDSLAGEN. Het Pruisische „Militaire Wocheblatt” geeft eenige vergelijkingen omtrent de voornaamste veldslagen van den nieuweren tijd. Hieruit zien wij dat in den slag van Sadowa de getalsterkte der vereenigde legers grooter was dan van eenigen slag uit de laatste vijftig jaren. Bij Leipzig streden 240,000 verbondenen en 140,000 Franschen dus 380,000 man; bij Wagram 200,000 Franschen en 140,000 Oostenrijkers dus 340,000 man; bij Solferino 150,000 Oostenrijkers en 150,000 Franschen en Sardiniërs dus 300,000 man; bij Borodino 130,000 Franschen en 120,000 Russen dus 250,000 man; bij Waterloo 40,000 Pruissen, 65,000 Engelschen, Nederlanders enz. en 75,000 Franschen, dus 180,000 man; daarentegen streden bij Sadowa 220,000 Pruissen tegen 200,000 Oostenrijkers dus 420,000 man.

Het getal der vuurmonden is in den slag bij Leipzig het grootst geweest; er waren er 1300 van de zijde der verbondenen, 700 van de Franschen dus in het geheel 2000. Bij Sadowa waren er 1620: 820 Pruisische en 800 Oostenrijksche.

Het verlies aan manschappen (dooden en gekwetsten) was eveneens in den slag bij Leipzig het grootst, namelijk 100,000 man; van beide zijden 50,000 man. Dan volgt Borodino met 60,000 man, wederzijdsch de helft; vervolgens Wagram met 50,000 eveneens op de helft verdeeld; daarna Waterloo met 46,000 man, waarvan 7000 Pruisen, 20,000 verbondenen en 19,000 Franschen. Sadowa en Solferino staan bijna; gelijk in den eersten was het verlies 30,000 man: 10,000 Pruisen en 20,000 Oostenrijkers, in den laatsten 28,000 man: 13,000 Oostenrijkers en 15,000 Franschen en Sardiniërs.