Gezelle/o Gulden hoofd

Uit Wikisource
o Gulden hoofd door Guido Gezelle
Uit Tijdkrans

o Gulden hoofd der blijde zonne,
volheerlijke, altijd nieuwe bronne
          van levenskracht;
wie heeft u in die blauwe streken
het brandend voetspoor uitgesteken
          en voorgedacht?

Gij staat des morgens op, beneden
‘t bereik van sterflijke oogenleden;
          en, rijzend, dan
verblijdt gij mensch en dier en boomen;
en ‘s avonds laat gij los de toomen
          van uw gespan.

o Edel' zonne, o machtig wezen,
o zienlijke afgezant van dezen
          die ‘t al beveelt;
wat ben ik, of, wat zijt gij, schoone,
als, in des Heeren schild en kroone,
          een wapenbeeld?

Zoo kent men aan des Ridders wapen
zijn hofgezin, zijn huis, zijn' knapen,
          zijn heerlijk slot;
zoo kan men, aan uw pronksieraden,
o zonne, uw edelen Ridder raden:
          zijn name is - God!


Guido Gezelle
(29/7/1889)