Gezelle/o Leeksken licht

Uit Wikisource
o Leeksken licht door Guido Gezelle
Uit Tijdkrans

     Spero lucem

     o Leeksken licht,
dat door het glazen dak mij
     beloopen komt,
en voor de vuisten valt;
     mijn herte lust,
het langt om uw gezelschap,
     en neerstig uw
bezoek genieten zal ‘t.

     Hoe tijelijk uit
en schaars is uw' beleefdheid;
     uw lief gelaat
hoe ras is ‘t mij geroofd:
     ge ‘n zijt nog maar
volrezen, of weêr af zijt
     gij, levend licht,
gedaald en uitgedoofd!

     Zijt willekom
nochtans, en, eer den nachttijd,
     de vlerken los
en, leeuwerke in ‘t gevang,
     eens vrij gepoogd
te vliegen naar het daglicht;
     gezongen eens
den blijden hemelzang!

     ‘t Is weêrom weg,
noch licht en is ‘t noch dag meer;
     mijn' penne moet
voortaan weêr in den hoek:
     verleene God,
die leven, licht en liefde is,
     o leeksken licht,
mij morgen uw bezoek!


Guido Gezelle
(12/2/1893)